hr
jaargang -23 - laatste artikel 28-3 16:00 - 74299 artikelen - nu online 49 bezoekers -

Home
Forum
Lid worden

Leden
Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Login onthouden

Login via:
Wachtwoord vergeten.

Het Forum

· [MED] Mededelingen
· [SUG] Suggesties
· [M&S] Moppen/Spelletjes
· [CUL] Kunst & Cultuur
· [OFT] Offtopic
· [G&C] Games & Computers
· [WMO] Wat me is overkomen
· [VDS] Vragen des levens
· [POL] Politiek
· [CON] Consumenten forum


moppen en spelletjes - moppen en spelletjes - moppen en spelletjes


1 2 3 [4]

Fantasy roleplay 2

02-03-19 17:26:13 - Quote! - @GroteMop1983
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.874
OTindex: 7.880
Buiten adem komen we bij het pack-huis aan. Beiden nog in vos-vorm. Ik kijk achterom. Ik zie Red achter mij aan rennen. Niet zo snel.. Hood. Ik zucht en minder vaart. Maak de deur open, Red… Zucht.. Red? Na een kwartier te hebben gewacht, komt Katie achter een boom vandaan. Wat is er, lieverd? Zucht.. Ik was iets te enthousiast.. Ik ben mijn kleding vergeten. Katie knielt neer.. Haar jurk gaat ietsje omhoog. Ik hef mijn pootjes op en leg ze zachtjes op haar knieën. Ze haalt ze er zachtjes af, knikt en geeft een zoen op mijn voorhoofd. Ze klopt haar knieën af en staat op. Nou maat, zullen we dan maar eens naar binnen gaan? Ik knik en ga als een speer de slaapkamer in om mij om te kleden..
……….
Katie komt binnen. Achter haar vandaan spurt Hood naar boven.. Wat is er met hem aan de hand? Vraag ik aan Katie. “Hij was zijn kleding vergeten, Alpha..” zegt ze met een knipoog. Ik barst in lachen uit en kijk naar mijn maat. Indry lacht ook. Ik zie een grijns op Katies gezicht. “Ik kijk wel even hoe het er boven aan toe gaat.” Zegt Katie met een glimlach op haar gezicht. Ik knik.
………
Ik loop naar boven. Halverwege de trap sta ik even stil. Ik hoor de Luna nog giechelen en vervolg mijn weg naar onze slaapkamer toe. Ik maak de deur open en krijg een kledingstuk van mijn maat vol in mijn gezicht. “Uhh, Kevin..” zeg ik geïrriteerd. Hij kijkt mij aan en zegt: “Oh, sorry, schat… Daar ben je dus.. Weet jij waar mijn lievelingsshirt is?” Die heb je net naar mijn hoofd gegooid, schat! Ai… ik pak m zelf wel even.. Hij rent naar buiten de gang op, pakt zijn shirt op en loopt terug de slaapkamer in. Ik schud mijn hoofd en kijk hem glimlachend aan. Ik loop naar ons bed toe.. Kevin komt naast mij liggen en valt zo tegen mij aan in slaap..

Laatste edit 02-03-2019 17:28

24-09-20 19:42:30 - Quote! - @Madarian
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Restart.

Dit verhaal vind plaats in de Elder Scrolls omgeving Tamriël.

Er zijn veel verhalen over "de dood". Over een skelet die een zwart gewaad draagt, met een zeis in de hand. Maar waar zijn die verhalen op gebaseerd? In het kasteel van de stad Anvil hangt een schilderij in de slaapkamer van de graaf met een skelet in een zwart harnas, rijdend op een zwart half doorzichtig paard. Op het voorhoofd zit een lichtblauw glanzend juweel in de vorm van een ruit. De graaf kijkt naar het schilderij. De titel van het schilderij hangt eronder: "De vervloekte. De doler. De dood." Zijn vader had hem op het hart gedrukt dat dit wezen echt bestond, en dat deze lag in een ingestorte grot niet ver van Anvil. Ooit zal 'De vervloekte' voor zijn deur staan. Niemand weet de oorsprong van de mythe. Hoe 'de vervloekte' in de grot vast kwam te zitten. Altijd is het gebied van de grot bewaakt geweest. Altijd. In de buurt van de grot durft niemand te komen. Er zijn in het verleden vreemde dingen gebeurd. De graaf gaat naar beneden en begint aan z'n avondeten. Het is al vroeg donker. Het lijkt donkerder te zijn dan normaal.

---

Twee jonge mannen hebben in hun dromen rijkdommen gezien in een grot. De locatie van de grot hadden ze ook gezien op een kaart in die droom. Het leek allemaal echt te zijn. Met een trekpaard waren ze op weg gegaan om de grot van hun dromen te vinden. In de buurt vinden ze het begin van hun gezamenlijke droom. Ook zien ze dat de omgeving bewaakt word. Precies zoals hun droom. Ze volgen alle bewegingen die ze gedroomd hadden tot ze bij de grot van hun dromen aankomen. Niemand heeft ze gezien. "De grot bestaat! De rijkdommen moeten dan ook wel bestaan." Ze knikken beide. Een groot rotsblok blokkeert de ingang, exact als hun droom. Ze kunnen een touw om het rotsblok krijgen, en binden het andere eind aan het trekpaard. Na flink wat moeite lukt het om het rotsblok weg te trekken. Ze maken het trekpaard los en halen fakkels uit de zadeltas. Ze steken de fakkels aan en gaan naar binnen. Redelijk dichtbij de ingang zien ze een skelet liggen. Op het voorhoofd zit het juweel wat ze gezien hadden. "De schat is echt! Alleen ik kan me het skelet niet herinneren. Jij?" "Nee. Ik ook niet. Maar dat stopt mij niet. Ik ga het eruit halen!"

Bij de eerste aanraking van het skelet worden de vingertoppen zwart en wordt weggevreten door een onbekende, zeer snel optredende ziekte. Hij gilt, loopt een paar passen vol ongeloof naar achteren, draait zich om en zegt: "Help me!" Inmiddels is de onderarm flink aangetast en half weggevreten. Hij reikt naar z'n partner die achteruit deinst. Al snel is het volledige lichaam aangetast en valt dood neer. Dan begint het skelet te bewegen en op te staan. De jongeman vlucht gillend de grot uit, springt op het trekpaard en gaat er in volle vaart vandoor. Een paar wachters zien de jongeman vertrekken en gaat richting de grot. Op afstand ziet hij het skelet de grot uit komen en volgt de instructies die hij ooit gekregen heeft op. Hij keert zich om, gaat naar de andere wachters toe en slaat alarm. Daarna zet hij koers naar Anvil om verslag uit te brengen...

26-09-20 16:29:00 - Quote! - @Madarian
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
De wachter stijgt bij de poort af als hij aankomt bij Anvil en rent naar het kasteel. "Alarm!" De hofmeester komt naar beneden. "Wat is er aan de hand?" "De verboden grot is geopend, en er kwam een skelet uitgewandeld!" "Wacht hier!" De graaf wordt gehaald. De wachter brengt kort verslag uit. De wachter mag naar de lokale herberg voor zijn verslag. De wachter gaat naar de herberg. Intussen wordt Anvil op slot gedaan. Alle bekende in en uitgangen worden bewaakt door 3 man.

Als de wachter aankomt bij de herberg, ziet hij iemand angstig trillend flink wat alcohol te drinken. Het was de jongeman die wegvluchtte. "Arresteer hem! Hij was op verboden gebied!" De jongeman wordt weggevoerd naar de kerker voor verhoor. De graaf stelt zelf de vragen. "Hoe wisten jullie van de grot? Hoe hebben jullie de bewaking omzeilt? Waarom hebben jullie de grot geopend? Spreek!" "We... We hadden beide dezelfde droom. Een grot gevuld met een schat en een blauwwit juweel in de vorm van een ruit. De route daar naartoe hebben we ook gedroomd. Alles klopte precies, behalve dat het juweel op het voorhoofd zat van een skelet. Toen mijn vriend het uit de schedel probeerde te halen leek het net alsof hij in het niets begon op te lossen! Toen begon het skelet te bewegen en zette ik het op een lopen..." De graaf: "Ik heb genoeg gehoord. Of je het wil of niet, welkom bij stadswacht. Jij hebt de eer om als eerst tegen dat skelet te vechten." "NEE!!!" "Dan had je het maar niet moeten bevrijden!"

---

Een tijdje later ziet een stadswacht een lichtpunt in de verte. Het komt steeds meer dichterbij. Het blijkt het skelet te zijn. De stadswacht slaat alarm. Alle stadswachten worden opgetrommeld. Eerst maakt het skelet een omtrekkende beweging. Iets in de stad heeft een aantrekkingskracht op hem. Iets wat van het skelet is, ligt ergens in de stad. Het skelet ziet (voor zover het kan zonder ogen) dat hij gevolgd wordt. Aan de waterkant merkt hij meerdere rioolafvoer locaties op. Hij probeert of er eentje open is. Bij een is het slot zodanig verroest en ontzet dat de deur open gaat, ook al was deze op slot gedraaid. "Hij is het riool ingegaan!" In het riool zitten ratten, bedelaars en bandieten. Een rat valt aan en is al snel een hoopje botten. Andere ratten vluchten weg. Een bedelaar ziet het skelet, maar zit in een hoek en kan niet weg komen. Het skelet draait naar hem om te laten weten dat het skelet weet dat de bedelaar er is. De bedelaar kijkt angstig naar het skelet. Dan gaat het skelet verder zonder de bedelaar aan te vallen. De bedelaar vlucht weg zodra hij kan. Even later komt het skelet een bandiet tegen. De bandiet trekt z'n dolk. "Mooi juweel. Die is van mij." De grijns verdwijnt zodra de bandiet het skelet aanraakt. De bandiet schreeuwt het uit. Vier andere bandieten komen aangesneld, maar vluchten als ze zien wat er met hun kameraad gebeurt, en het skelet een dreigende houding aanneemt. Even later ziet het skelet een put boven zich. De wanden zijn wat glad. Het skelet sjokt teug naar de dode bandiet en pakt een paar stevige botten op en breekt ze doormidden. Hiermee klimt hij naar boven...

30-09-20 18:24:43 - Quote! - @Madarian
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
De graaf is terug gegaan naar de slaapkamer en kijkt naar het schilderij. Dus je krijgt hulp van een Daedric prins. Vearmina. We zullen erachter komen hoe we je kunnen stoppen. De graaf gaat naar z'n bureau en begint brieven te schrijven en te verzegelen. "Laat de koeriers komen. Alle koeriers die je kunt vinden! Deze brieven moeten zodra het kan verstuurd worden naar alle leiders van heel Tamriël!"

---

Het wordt steeds lichter, hoewel het donker is. Het skelet komt bij de rand van de put aan. Als hij over de rand kijkt, ziet hij nog net dat er veel wachters bij de put staan. Dan krijgt hij een klap van een vechthamer op de schedel en valt naar beneden. En weer proberen ze me te stoppen. Het skelet staat op en blijft stil staan. Dan maakt een witte schim zich los van het skelet en zweeft naar boven. Omdat het boven licht is, wordt de schim nagenoeg onzichtbaar. Een flinke groep wachters staan om de put. Een aantal hebben fakkels bij zich. De schim zweeft naar een stadswacht met zwaard en schild en treed het lichaam binnen. De uitdrukking van de wachter verandert van angstig naar doodkalm. Dan begint de bezeten wachter te praten: "Jullie... krijgen... een... kans... Jullie... keuze... is... simpel... Geef... terug.. wat... van... mij... is... of... hinder... me... niet... terwijl... ik... het... kom... halen... en... leef... Raak... me... aan... en... sterf... Jullie... kunnen... mij... niet... stoppen..."

De schim verlaat het lichaam van de wachter en zweeft terug naar het skelet. Het skelet begint weer te klimmen. Boven aangekomen krijgt hij weer een klap van de vechthamer, en valt weer naar beneden. Het skelet staat opnieuw op. De schim zweeft weer omhoog. Dit keer zoekt de schim een boogschutter uit. Intussen wordt olie de put in gegoten. Net als er een fakkel de put in gegooid wordt, schiet de bezeten stadswacht twee andere boogschutters neer voordat de bezeten stadswacht neergeschoten wordt. "Ik... heb... jullie... gewaarschuwd... Stop... me... niet.. of... sterf... Een... voor... een..." De schim verlaat de stervende stadswacht en zweeft naar beneden. Het skelet staat in vuur en vlam, evenals de omgeving van het riool. Het doet de skelet niets en klimt opnieuw naar boven. Als het skelet brandend boven komt, geeft de kapitein van de stadswacht het bevel om de aanval te staken. De wachters laten hun wapens zakken. Het skelet klimt over de rand.

De kapitein wijst een wachter aan. "Jij. Nu!" De wachter met zwaard en schild kijkt angstig om hem heen. De boogschutters spannen hun bogen en richten op de wachter, die aanvalt. Het skelet kan de aanval makkelijk ontwijken, en met een handomdraai is het zwaard van wachter nu in handen van het skelet, die meteen de hand waar het zwaard in zat eraf hakt. Meteen volgt een kleine vuurbal van het skelet naar de wachter die de wond dicht schroeit. In een paar seconden in de hand die op de grond gevallen is niet meer dan een paar botten. Het skelet wijst met het zwaard naar wat over is van de hand. Een boogschutter schiet een pijl af en verwond de wachter, die tegen het skelet aanvalt. De helm valt af. Het was de jongeman die weggevlucht was. Terwijl het lichaam in snel tempo aan het vergaan is, steekt het skelet het zwaard door het hoofd van de gevelde wachter. Dan draait het skelet zich kwaad naar de boogschutter en wijst met het zwaard naar hem. Een pijlensalvo volgt. Het skelet valt neer en blijft liggen. De kapitein: "Je bent niet te stoppen? Natuurlijk." Een wachter begint om zich heen te steken met z'n zwaard. "Dat... klopt... Ik... ben... niet... te... stoppen..." Een paar pijlen raken de bezeten wachter. Die weet zich nnog net zodanig te draaien dat deze op het skelet valt, en begint te vergaan. Het skelet staat op en haalt z'n schouders op en kijkt geïrriteerd naar de kapitein. Het skelet zet een stap en blijft dreigend staan...

Laatste edit 30-09-2020 18:25

04-10-20 16:24:47 - Quote! - @Madarian
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
De stadspoort wordt geopend en een aantal koeriers verlaten de stad. Daarna wordt de stadspoort weer vergrendeld. Het skelet beweegt naar een van de dode stadswachten en raakt deze aan. Het lichaam vergaat snel. De irritatie van het skelet is van z'n houding af te lezen. Het skelet herhaalt dit met alle doden. De stadswachten wachten op orders van de kapitein die nog steeds niet weet wat hij moet doen. Dan zet het skelet een stap richting de kapitein. Nog een. En nog een. De kapitein geeft een nieuw bevel. "Stop met aanvallen. Anders zijn we straks allemaal dood! Begeleid het skelet, en zorg dat niemand in de buurt komt." De lichaamshouding van het skelet verandert van dreigend naar kon het niet eerder? Dan wijst het skelet richting het fort. Stap voor stap komt het skelet dichterbij het fort, omsingelt door de stadswachten. De graaf krijgt verslag van de stadswachten die op uitkijk staan achter de kantelen van het fort. Als ze bij het fort aangekomen zijn, schreeuwt de graaf: "Waar zijn jullie mee bezig?" De kapitein geeft aan dat pijlen, zwaarden en vuur niet werken, en dat het skelet alleen z'n eigendom terug wil. Een bliksemschicht raakt het skelet. Even schokt deze, maar doet hem verder niets. Het skelet kijk omhoog. De hofmagiër. Een ijspegel volgt. Het skelet is volledig bevroren. De schim maakt zich los van het skelet en zweeft richting de hofmagiër. Omdat er minder licht is bij de kantelen, is de schim nu wel te zien. De hofmagiër schrikt van de schim, die hem kwaad aankijkt. Meteen gooit de magiër de spreuk om ondoden te laten vluchten. De schim vlucht niet, maar valt ook niet aan. De hofmagiër weet dat dit maar een ding kan betekenen. Deze ondode is direct gemaakt door een Daedric prins. "Mag ik u adviseren? Hinder dit wezen niet." zegt de hofmagiër angstig. Het skelet is ontdooit. De schim keert terug naar het skelet. De graaf denkt dat het skelet toch niet binnen komt en gaat snel naar z'n slaapkamer. Het fort zit op slot.

Het skelet wacht een paar minuten. De poort wordt niet geopend. De schim maakt zich opnieuw los, en gaat het fort in. Twee wachters binnen. De schim neemt een wachter over, en opent de poort. De ander probeert het tegen te houden, maar krijgt een vuistslag tegen het hoofd en valt achterover. De schim gaat snel terug naar het skelet, en gaat door de poort. De wachters willen elkaar aanvallen, maar het skelet stopt dit, en wijst naar de net bezeten wachter en dan naar zichzelf. De wachters willen aanvallen, maar de kapitein houdt dit tegen.

Het skelet komt bij de slaapkamer van de graaf. Ook deze deur zit op slot. Alleen de graaf is binnen. Achter het skelet zitten veel stadswachten. De hofmagiër volgt alles van een afstand. De schim laat nu de graaf de deur openen en achteruit lopen. Dan gaat het skelet naar binnen. De wachters volgen en omsingelen het skelet. De graaf kijkt naar het skelet. Vooral naar die ruiten juweel. Dan kijkt hij naar het schilderij. Ze komen overeen. Het skelet zet een paar stappen naar links en naar rechts, en loopt naar het schilderij. De schim maakt zich los en gaat half door het schilderij en lijkt iets te volgen. De schim gaat het skelet weer in. De graaf weet niet wat hij moet doen en kijkt angstig naar het skelet. het skelet drukt op een verborgen knop aan de onderkant van het schilderij. Achter het schilderij blijkt een kluis te zitten. Het skelet wijst naar de graaf en naar de kluis. De graaf: "Ik weet niet hoe die kluis te openen is. Ik wist niet eens dat die kluis er zat!" Dan ziet het skelet de hanger van de graaf. Se sleutel wat het mechanisme in werking kan stellen heeft dezelfde vorm als de ketting. het skelet gebaart de graaf de ketting af te doen en in de gleuf te steken. De graaf wil dat niet doen. Het skelet neemt een dreigende houding aan en gebaart opnieuw om de ketting erin te steken. Dan houdt het skelet z'n hand omhoog en telt qua vingers af. Pink, ringvinger, duim, wijsvinger... Dan de middelvinger. Het skelet zet een stap richting de graaf. "Oke! Oke!. Ik doe het!" Het skelet maakt ruimte. De graaf stopt de ketting in de gleuf en de kluis wordt moeizaam geopend. Erin liggen veel documenten, en een paar oude rood metalen handschoenen. Dezelfde als op het schilderij. Het skelet pakt de handschoenen, doet deze aan en draait richting de deur. Hij gebaart naar de stadswachten om ruimte te maken. Dan gaat het skelet langzaam naar de stadspoort.

---

De graaf en hofmagiër zijn beide opgelucht dat ze het er levend vanaf hebben gebracht. Ze bladeren even door een paar van de documenten van de kluis. Ze gaan allemaal over de Doler. De Vervloekte. De Dood. Snel beginnen ze te lezen. Wat zijn de geheimen van dit wezen? Hoe is het te stoppen?

12-10-20 20:01:21 - Quote! - @Madarian
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
De magiërsgilde komt poolshoogte nemen, net op het moment dat het skelet bij de poort is. Even kijkt het skelet om voordat hij door de poort heen gaat. Achter hem wordt de poort dichtgegooid. Het skelet kijkt naar de handschoenen. Verroest maar verder intact. Dan valt hem iets op. Een klein laagje vlees is op het bot gegroeid. Nog niet eens een millimeter dik, maar toch. Het skelet blijft even stil staan, terwijl de wachters hem in de gaten houden. Het volgende wat hij voelt is richting noordoost. Iets meer naar het oosten. De wachters zijn zichtbaar opgelucht dat het skelet verdwijnt.

---

De magiërsgilde wordt bijgepraat op weg naar de graaf. Daar aangekomen liggen de papieren verspreid over de grond, het bed en het bureau. De graaf: "Van slapen komt vandaag niets! iedereen lezen. We moeten zoveel mogelijk te weten komen over De Vervloekte!" Een magiër kijkt naar het schilderij, en vooral naar het juweel op het voorhoofd. Iedereen pakt een gedeelte van de papieren en zoeken naar de zwakke plekken.

---

Volgens de papieren was De Vervloekte ooit een man. Eentje die niets wou weten van de Daedric prinsen of van de Goddelijken. Zelfs van de Allesmaker wilde hij niets weten. Hij volgde z'n eigen morele code. Hij deed wat volgens hem goed was. Criminelen die hem probeerde te beroven werden zonder pardon gedood. Bij een schermutseling had hij per ongeluk een jongetje geraakt die overleden was aan z'n verwondingen. De ouders waren dienaren van Deadric prins Molag Bal. Met andere gelovigen hadden ze De Vervloekte omsingeld en en probeerde ze hem te smeken om z'n leven door hem pijn te doen zoveel als ze maar konden. Hij heeft nooit toegegeven. Molag Bal heeft hem bij z'n dood vervloekt. Iedereen die De Doler aanraakt zal de gruwelijkste dood kennen die er bestaat. Het vlees zal snel en uiterst pijnlijk op een snel tempo vergaan. De doler mag niet rusten totdat hij z'n taak heeft volbracht. Echter niemand heeft ooit kunnen achterhalen wat die taak is.

In een ander boek staat het volgende:

De Doler is op vele manieren aangevallen. Magie, fysiek geweld. De beste manieren om De Doler te vertragen zijn:
- ijsmagie. bevries De Vervloekte.
- vallen: netten, valkuilen.
- Stompe wapens als knuppels of vechthamers kunnen het skelet vertragen.

Echter hou rekening met het volgende: als het skelet gestopt wordt, maakt een schim zich los van het skelet en kan anderen overnemen oftewel besturen. De besturing van het slachtoffer lijkt van korte duur. Er is geen geval gezien die langer dan een paar minuten per keer duurde. Geregeld valt het overgenomen slachtoffer anderen of zichzelf aan.

Een verslag geeft aan dat het skelet met telekinese in een grot tot stoppen is gedwongen, en dat anderen een afweerspreuk tegen ondoden hebben gebruikt om de spullen van De Vervloekte af te nemen. Daarna hebben ze de grot in laten storten om De Vervloekte op te sluiten. De spullen zijn verspreid over het hele land.

In een ander boek geschreven door een ziener:

Als De Vervloekte zijn doel heeft bereikt alle goden (Daedric Prinsen en Geddelijken) allemaal dood zijn. Daarom mag De Doler nooit zijn einddoel halen. Altijd moet geprobeerd worden hem te stoppen en uiteindelijk moet er een manier gevonden worden om hem voor altijd gevangen te nemen, of om hem te vernietigen.

Iedereen keek verbaasd op als dit voorgelezen wordt. "De Vervloekte kan Goden vernietigen? Welke Skooma (drugs) verslaafde heeft dat geschreven? Dat gelooft toch niemand?" "Alle andere voorspellingen van deze ziener zijn uitgekomen. Als het klopt, dan zitten we in de eindtijd. Alleen, hoe lang die eindtijd duurt weet niemand."

Laatste edit 12-10-2020 20:01

18-10-20 12:48:13 - Quote! - @GroteMop1983
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.874
OTindex: 7.880
Mijn energie was bijna op… Die weerwolven achtervolgen mij al dagen lang…

Ik strekte mij uit en keek recht in de spiegel. Bij mijn zus zou de spiegel knappen.. Ja, wat ben ik vriendelijk… Zij is de perfecte heks volgens mijn ouders… En ik….

Zucht…
Ik ben te goed… Mijn zus 2 jaar ouder dan ik… Heeft lang zwart haar en mijn haar is wit… Spierwit…
En nu… Zucht… Ben ik al verstoten, omdat ik anders ben…
Ik genees, ik streef het goede.. Mijn zus daarentegen is slecht… In en in slecht..

Zucht…
Ja, tweeling zijn heeft zijn voor en nadelen.. Toen we jong waren konden we nog goed met elkaar overweg… Sterker nog… We hadden echt een tweeling-band. Nu voel ik nog steeds pijn als zij pijn heeft.. Maar het is anders.

Voor jaren had ik mij goed verscholen en goed verstopt diep in het bos… Ver van de bewoonde wereld vandaan.. Ver van andere superwezens vandaan… Maar 5 dagen geleden stuitte ik op een nieuw gearriveerde troep weerwolven.. En één van de wolven had mij opgemerkt. Dus die hele troep achtervolgde mij… En als ik één ding niet wil, dan is het…. een troep weerwolven die mij gevangen neemt voor hun eigen plezier.

*KRAAK!!!*
Zucht…
En voor ik het wist had ik een enorme pijn in mijn buik…
Mijn zuster!!! Ze hebben mijn tweelingzus!!!

En ik zag zwart voor mijn ogen…

25-10-20 18:09:44 - Quote! - @Madarian
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Vlak buiten Anvil ligt een boerderij. Het skelet loopt er langs, als hij een zwarte doek op de grond van het erf ziet liggen. De Doler gaat het terrein op, pakt het doek en slaat het om hem heen. Het lijkt net een monnikspij. Hij wil het terrein af lopen, als er ruw aan z'n schouder wordt getrokken. De Doler draait om en ziet een boze boer Die dreigt met z'n sikkel. "Wat moet dat op mijn erf? Geef mijn deken terug!" De Doler laat z'n schedel zien. De boer schrikt zich lam, laat de sikkel vallen, en vlucht naar binnen. De Doler pakt de sikkel op om deze terug te brengen, maar ziet in dat het nutteloos is. De Doler loopt verder met sikkel.

Er klinkt gehuil. Hoe lang De Doler gelopen heeft weet hij niet. Minimaal een dag. Het is opnieuw donker. De Doler is dwars door het bos gegaan, recht op zijn doel af. Echter het gehuil trekt z'n aandacht, en hij besluit op onderzoek te gaan. Als hij een tak opzij duwt, komt hij bij een open plek. waar hij ziet dat iemand op de grond valt. Plotseling ziet hij een opengesperde muil van een weerwolf vlak voor zich. Voordat hij wat kan doen wordt De Doler tegen een boom gegooid. De weerwolf die dat deed heeft direct spijt van z'n daad. De klauw is door het deken gegaan. De klauw waarmee de weerwolf aanviel vergaat snel. De Doler staat op en kijkt om zich heen. Hij staat vlakbij de degene die gevallen was. Meerdere weerwolven omsingelen hun. Het lichaam ligt stil op de buik. De weerwolf die De Doler aanviel jankt angstig als hij tot stof vergaat en alleen de botten overblijven. De andere weerwolven weten niet of ze moeten aanvallen. De Doler gooit de deken van hem af en houdt de sikkel hoog als slagwapen. Een klap van achteren brengt hem uit balans. De weerwolf die hem besprong jankt en maakt wilde bewegingen als ook hij vergaat. De overige weerwolven hebben genoeg gezien en verdwijnen uit zicht. Aan geluiden te horen blijven ze wel in de buurt, maar ze vallen niet meer aan.

De Doler bekijkt het lichaam, maar door de kleding kan De Doler niet eens zien of het een man of een vrouw is. Vlakbij ligt en grote stok. De Doler probeert het lichaam hiermee om te draaien. De stok wordt voorzichtig onder de hals geschoven, en opgetild. Het lichaam draait zich om. Een arm glijdt richting De Doler. In een reflex vangt De Doler de arm op met z'n handschoen. Dan laat hij de arm los en kijkt met afschuw naar de arm. De arm vergaat niet. De arm vergaat niet? Hij kijkt naar z'n hand. Natuurlijk! Hij had z'n handschoenen gevonden! Het lichaam was gedeeltelijk gedraaid. Lang donker haar. Lijkt op een vrouw. De borstkas gaat op en neer. De weerwolven zijn nog in de buurt zo te horen. De Doler doet de deken weer om, en houdt met de sikkel de wacht in de hoop dat die vrouw weer wakker wordt. Slapen doet hij toch niet...

Laatste edit 25-10-2020 18:10

06-11-20 16:46:40 - Quote! - @GroteMop1983
GroteMop1983
Oudgediende


WMRindex: 5.874
OTindex: 7.880
Quote:
Mijn zus 2 jaar ouder dan ik…


en

Quote:
Ja, tweeling zijn heeft zijn voor en nadelen..

Je kan niet tweeling zijn en daarnaast twee jaar leeftijdsverschil hebben, Mop 8-)

Ze zijn tweeling. :ja

===================================

Verder gaand met het verhaal.. ;)

Eenmaal wakker na een diepe slaap. Hoorde ik dicht bij mijn hut een wolf huilen... Even later kwam een man achter de boom vandaan. De deur werd met geweld opengeslagen. Daar stond de man voor mij.. Zijn lichaam was getint door de zon. Zijn donkere haar was aan beide zijkanten weggeschoren. Zijn hazel-bruine ogen keken mij recht in de ogen aan. Zijn doordringend zicht op maakte mij een beetje oncomfortabel.

"Excuses, ik dacht dat deze hut onbewoond was." zei hij met zijn zware mannelijke stem. "Ummm.. Ik ben Jonah.." Hij zucht een paar keer en vervolgd daarna.. "en mijn wolf heet Zwart."

"Ik ben Celeste.." komt er zachtjes uit... 'Heb je pijn???'

Jonah kijkt mij verbaasd aan. 'Ik bedoel aan je arm..' Ik zie een grijns op zijn gezicht verschijnen. 'Een beetje...' 'Ik weet dat weerwolven snel genezen, maar als je wilt dat ik je wond genees..'
'Het gaat wel.. Ik geef wel aan als de pijn niet te harden is.' Ik knik.

Na een paar minuten vervolg ik met: 'Ben je hier alleen, heb je honger en...' Jonah kijkt mij aan en begint kei hard te lachen.. 'Is dit een verhoor, Celeste??' Ik begin te blozen en begin te giechelen. 'Zwart vind je leuk.. Maar weet niet wat je bent..' Ik glimlach en zeg: ik ben een heks... Die naar het goede streeft... Ik kan genezen en ik kan pijnigen met lichtkogels....

Jonah zucht en zegt: "Ik ben op zoek naar mijn broer.. Zijn wolf heet Grijs en zijn mens heet Noah.." Ik knik om hem te laten zien dat ik luister en zeg: 'Ik ben hem helaas niet tegengekomen.'

Opeens voel ik een pijnscheut door mijn onderbuik gaan. Ik kijk Jonah aan... Zijn gezicht verstard. Maar ik zie ook dat de kleur van zijn ogen verschieten van hazel-bruin naar helder blauw. 'Mijn zuster.... Ze is in gevaar.' schreeuw ik uit. Van schrik en verbazing kijkt Jonah mij aan. 'Hoe heet ze?? En hoe ziet ze er uit??' vraagt Jonah. 'Ze heet Hannah', zeg ik. 'Ze is mijn tweelingzus.. Ze heeft lang zwart haar en hetzelfde mooie gezicht.' :ja
Hij kijkt mij verwonderd aan.. 'Is zij ook een goede heks??' Ik zucht.. Mijn ouders verwachtten te veel van ons... Zij was altijd hun oogappel, omdat zij net zoals mijn ouders naar het kwade streven. Maar ik was altijd het zwarte schaap in de familie. Maar ze is nog steeds mijn zus... En omdat ze mijn tweelingzus is voel ik iedere pijnscheut van haar aan. Hij kijkt mij recht aan en ik zie dat hij mij begrijpt.

'Kopje appel cider?? Thee of koffie??'
'Doe maar appel cider..' Ik pak een pul en schenk appel cider in. Ik kijk hem aan en vervolg met: 'Wat wil je vanavond eten??' "Wortelstamppot met gehaktballen in jus lijkt mij lekker, Celeste." "Je kunt mij Lessie noemen. ;) "Geef ik als antwoord. Hij knikt. 'Noem mij maar Jo.' Ik knik terug.

"Vind je het goed als ik hier vanavond overnacht??"
"Geen probleem, Jo, blijf zolang als je wilt." Hij kijkt mij dankbaar aan. "We hebben alleen één probleem.." zeg ik. Hij kijkt mij bedenkelijk aan. 'Ik heb maar 1 slaapkamer en 1 bed in dit huis.' 'Zolang jij op de ene helft van het bed ligt en ik op de andere helft is er niets aan de hand.' Ik knik en begin met het maken van het eten.


14-11-20 11:02:16 - Quote! - @Madarian
Madarian
Oudgediende


WMRindex: 2.597
OTindex: 5.605
Maanlicht. Volle maan. De omgeving is nog wel wat donker, maar De Doler kan de omgeving afzoeken in de buurt van de bewusteloze vrouw. Hij raapt een aantal grote en kleinere takken op. Van een paar kleine takken maakt hij een kampvuurtje. Van de grotere maakt hij een draagbaar, voor het geval ze wakker wordt. Hij houdt intussen de omgeving in de gaten. Als de draagbaar klaar is legt hij deze naast het lichaam. Dan draait hij zich om en beweegt zich weer naar zijn zitplek. Een tak kraakt.

De Doler draait zich om en ziet een weerwolf op zich af springen, over het lichaam heen. De Doler wordt door de klap weg geduwd. De weerwolf schreeuwt het uit terwijl hij vergaat. De vrouw wordt wakker door de angstkreten. Ze ziet het skelet met licht gloeiende steen in de schedel,verlicht door de maan. De Doler gooit de zeis met alle kracht haar kant op, en mist haar net. Een plof vlak achter haar voorspelt niets goed. Ze draait zich om en kijkt in de muil van een dode weerwolf. De zeis is dwars door de schedel heen gegaan. Ze draait haar hoofd terug en ziet het skelet op de grond vallen. Een schim komt snel naar haar toe, vliegt rakelings langs haar en gaat het lichaam in van de voorste van de vier weerwolven die haar kant op lopen. Die weerwolf draait zich om, valt de tweede weerwolf aan en verscheurt hem. De andere twee staan stokstijf stil. De overgenomen weerwolf rijt z'n eigen nek open met beide klauwen, en valt dood neer. De schim is nu duidelijk te zien, heft z'n handen op, komt dreigend op de laatste twee weerwolven af. De laatste twee weerwolven hebben genoeg gehad en vluchten weg.

De schim gaat terug naar het skelet. Het skelet staat op en loopt langzaam naar de weerwolf vlakbij de vrouw die angstig afwacht wat er gaat gebeuren. De Doler haalt de zeis uit de dode weerwolf, maar moet wel z'n voet gebruiken om de zeis eruit te halen. De weerwolf vergaat vlakbij de vrouw. De Doler geeft met gebaren aan hem niet aan te raken. De vrouw lijkt het te begrijpen. Dan laat De Doler de draagbaar zien. De vrouw twijfelt, maar ziet geen alternatief. Ze sleept zich naar de draagbaar. De Doler pakt het boveneind en begint een richting op te lopen. Naar het eerstvolgende ding wat hem aantrekt. Hopelijk komen ze hulp tegen. De Doler kan deze vrouw op geen enkele andere manier helpen.

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren!

1 2 3 [4]

WMRphp ver. 7.1 secs - Smalle versie - terug naar boven