Psychotherapie behelst meer dan eindeloze sessies op de divan à la Freud, of Sigmund-achtige flauwekul. Therapieën heb je in soorten en maten. Maar hoe weet je wat goed voor jou is? Raadpleeg internet, de Gouden Gids of een therapieadviseur. En uiteindelijk: jezelf.
GOEDEN EN SLECHTEN
Heb je een acute burnout, een zware depressie of een psychotische aanval, dan ga je niet rustig op de bank overwegen welke therapie het meest geschikt zou zijn. Dan bel je de huisarts of iemand die meteen hulp kan bieden.
Maar er zijn ook klachten van minder urgente aard, die niet vanzelf overgaan en waarbij professionele hulp welkom kan zijn: steeds opspelende schuldgevoelens, moeite met het stellen van grenzen of het maken van keuzen, vliegangst, problemen met je partner.
Dan is de huisarts eveneens een goede optie, maar je kunt ook zelf op zoek gaan naar een vrijgevestigd therapeut. Je kunt de Gouden Gids pakken of op internet kijken, er zijn zelfhulpgidsen zoals de Therapiewijzer van Maja Vervoort en Monique Weiland (uitgeverij Archipel) of In psychotherapie van Ite Rümke (uitgeverij Anthos).
Wie er alleen niet uitkomt, kan terecht bij Ellen Beekveldt, die een bureau voor therapiekeuze heeft (www.therapiekeuze.nl). Zij geeft onafhankelijk advies, waarbij het nadrukkelijk niet de bedoeling is dat zij de cliënt in behandeling neemt.
Een gangbare indeling is die tussen langdurende en kort(er)durende therapieën; en tussen therapieën die gericht zijn op het ontwikkelen van inzicht in jezelf, of op het gericht aanpakken van een bepaalde klacht.
Hoe je de goeden van de slechten moet onderscheiden, is een lastige en in hoge mate persoonlijke kwestie. ‘Je bent zelf de beste beoordelaar’, aldus Jean Pierre van de Ven, vrijgevestigd psycholoog gespecialiseerd in relatietherapie en internettherapie.
Erkende psychologen en psychiaters zijn geregistreerd in het BIG-register en voldoen aan de officiële eisen om hun beroep uit te kunnen oefenen. Therapeuten in de alternatieve zorg zijn vaak aangesloten bij een eigen beroepsvereniging, zoals de Vereniging van Haptotherapeuten.
Maar een therapeut kan nog zo goed zijn, als het niet klikt, heb je er volgens Van de Ven niks aan. ‘Wacht niet te lang met oordelen’, adviseert hij. ‘Na vier, vijf zittingen moet je toch wel enige verandering kunnen voelen.’
Of in de woorden van Ellen Beekveldt: ‘Durf ook nee te zeggen tegen een therapeut als het niet goed voelt.’
ANALYTISCHE THERAPIEëN
De klassieke psychoanalyse zoals die in de vorige eeuw door Sigmund Freud werd ontwikkeld, is het basismodel van de persoonsgerichte en inzichtgevende therapie. Deze bestaat uit veelvuldige sessies bij de therapeut, gemiddeld vier tot vijf keer in de week, en de behandeling kan enkele jaren duren.
Deze vorm van psychotherapie wordt steeds minder toegepast en een nadeel is, vindt Jean Pierre van de Ven, dat nooit wetenschappelijk is aangetoond dat deze methode ook werkt.
GEDRAGSTHERAPIEëN
De gedragstherapieën die sinds de jaren negentig gebruikelijk zijn, worden tot de klachtgerichte en korter durende therapieën gerekend. Met name de cognitieve gedragstherapie kan door de sterk gestructureerde aanpak met een beperkt aantal sessies zeer effectief zijn, zoals ook in diverse wetenschappelijke onderzoeken is aangetoond.
De meeste van deze therapieën zijn gericht op behandeling van duidelijk omschreven symptomen, zoals depressie, angst, verslaving en posttraumatisch stress syndroom (PTSS).
De basis voor de cognitieve therapieën (waaronder tot op zekere hoogte ook de rationeel-emotieve therapie RET) is het doorbreken van het patroon van automatische gedachten: de manier waarop je kijkt naar jezelf is bepalend voor je gedrag en hoe je je voelt. Door anders te denken, kun je ook je gedrag en gevoelens beïnvloeden.
Door de gestructureerde opzet leent cognitieve gedragstherapie zich goed voor behandelingen via internet. Instellingen als Interapy en Annazorg bieden therapieën via internet waarbij de cliënt persoonlijk contact heeft met zijn behandelaar. Bij Interapy is dat contact uitsluitend virtueel, Annazorg heeft een combinatie van virtueel en ‘live’-contact.
ALTERNATIEVE THERAPIEëN
Creatieve therapie, lichaamsgerichte therapie, hypnotherapie en haptotherapie zijn allemaal vormen die wetenschappelijk aanvaarde psychologische theorieën combineren met andere inzichten. De belangrijkste gemeenschappelijk factor is dat hier ook de non-verbale communicatie een belangrijke rol speelt.
In de creatieve therapie wordt geprobeerd door middel van beeldende kunst of muziek op actieve (zelf maken) of receptieve manier (kijken, luisteren) gevoelens en innerlijke conflicten naar boven te halen waarover iemand niet in woorden kan praten.
Lichaamsgerichte psychotherapieën, waaronder bijvoorbeeld haptotherapie, leggen zich toe op de samenhang tussen lichaam en geest. In het algemeen zal de therapeut proberen de cliënt te laten voelen hoe het lichaam reageert op bepaalde psychische spanningen.
Hoe dat gebeurt en wat er vervolgens mee wordt gedaan, verschilt weer per therapie. Een haptotherapeut zal proberen door middel van aanraking emoties los te maken die de cliënt opkropt en vasthoudt. Andere therapeuten zullen misschien weer meer de nadruk leggen op de signaalfunctie van het lichaam. Belangrijk bij alle vormen van lichaamsgerichte therapie is een herstel van de balans tussen de mentale ervaring en de fysieke.
Of deze therapieën helpen, kun je alleen zelf beoordelen. Een wetenschappelijk bewijs is er niet voor. Dat geldt niet voor alle alternatieve methoden; een techniek als EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing, ook bekend als ‘snelle oogbewegingstherapie) bleek ook volgens wetenschappelijke normen zeer succesvol voor behandeling van posttraumatische stressstoornis.
WAT KOST HET?
Psychotherapie en psychoanalyse worden vergoed uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Voor kortdurende zorg geldt in principe een maximum van 25 gesprekken, mensen met een ernstige persoonlijkheidsstoornis kunnen meer behandelingen krijgen. Een individueel consult kost 71,40 euro. De verzekerde betaalt per consult een eigen bijdrage van 15,20 euro. Sommige verzekeraars vergoeden een deel van de eigen bijdrage via de aanvullende verzekering.
Gesprekken met een eerstelijns psycholoog worden alleen vergoed in een aanvullend verzekeringspakket. Meestal is dat een beperkt aantal gesprekken. In de meest uitgebreide dekking worden de gesprekken tot zo’n 500 euro per jaar vergoed.
Hetzelfde geldt voor alternatieve geneeswijzen en therapieën. Ook die zijn niet in de basisverzekering opgenomen. De hoogte van de vergoeding hangt helemaal af van de verzekeraar en het soort aanvullende pakket. Sommige verzekeraars vergoeden bepaalde therapieën wel en andere niet, of ze vergoeden alleen therapeuten die zijn aangesloten bij een beroepsvereniging. Zelden wordt 100 procent van de kosten vergoed. De tarieven van alternatieve therapeuten kunnen nogal verschillen omdat ze niet wettelijk zijn vastgelegd.