Over geen enkele glimlach is zo veel geschreven als over die van Mona Lisa, op een paneel van populierenhout vereeuwigd door Leonardo da Vinci. Psychologen van de gerenommeerde universiteit van Freiburg hebben na serieus en gedegen onderzoek een nieuwe duit in het zakje gedaan: Mona Lisa had gewoon een goeie bui toen de schilder haar portretteerde.
Da Vinci (1452-1519) schilderde de vrouw van de Florentijnse zijdehandelaar Francesco del Giocondo waarschijnlijk tussen 1503 en 1506. Al ruim vijf eeuwen speculeert men vrijuit over de glimlach. Zo zou Mona Lisa enkele tanden hebben gemist en dus haar mond wat vreemd dicht hebben gehouden, ze zou iets van de schilder geweten hebben, het was een vreemde 'slangvormige' mond, ze was niet goed bij zinnen en ze leed aan een verlamming.
De psychologen Jürgen Kornmeier en Ludger Tebartz van Elst hebben volgens Die Welt een baanbrekende studie gedaan om het raadsel op te lossen. Een louter positieve uitdrukking, dát is het, aldus Kornmeier. Die kunnen nieuwsgierigen dagelijks zien het Louvre in Parijs, waar Mona Lisa tevreden hangt.
Foto