Klaagvrije dagen, weken of zelfs maanden: steeds meer mensen proberen iets minder te zaniken. Zo ook Suus Ruis (43). "De eerste vijf dagen ging perfect. Daarna werd mijn gezeur heel extreem." Hoe kan dat?

De laptoptas. Staat-ie wéér op de stoel, hè. Die was: wáárom kan niemand vieze kleren ín de wasmand mikken in plaats van ernaast? En dan hebben we het nog niet gehad over de vaatwasser: waarom ruimt niemand die leeg als dat ding klaar is? Het waren vooral de huishoudelijke ergernisjes waar Suus Ruis stante pede over zeurde, tegen haar man en haar kind.

Zeurvrije maand
Haar 9-jarige zoon noemt haar dan ook weleens 'zeurhoofd'. Erg vindt Suus het niet, maar toch bekroop haar laatst het gevoel dat ze wel echt 'heel veel liep te klagen' over alles. "Toen ik een paar keer mijn commentaar inslikte, voelde dat veel prettiger. De sfeer werd meteen beter in huis."

Dus besloot de journaliste een maand lang niet te klagen. "Ik wilde weten wat het me zou opleveren." Ze schreef er een verhaal over voor vrouwenblad Viva. De eerste vijf dagen gingen fan-tas-tisch. "Best een openbaring. Het was gezelliger thuis. Ik kon ook wel zo'n zeiksnor zijn die dan aan haar man vraagt: 'Hou je nog wel van me?' Maar toen ik het niet meer vroeg, kreeg ik vaker 'ik hou van je' te horen dan ooit."

Klagen doen we allemaal, zegt klaagdeskundige Bart Flos. Hij schreef Het Anti-klaagboek. "Een opperklager in je midden, of het nu op de werkvloer, in je volleybalteam of thuis is, heeft een negatief effect op de sfeer in een groep." Uit onderzoek blijkt dat één of twee zware klagers in een groep van honderd mensen, de sfeer voor meer dan de helft kunnen beïnvloeden. "Het is heel besmettelijk. Notoire klagers zijn erg gedreven in hun vak. Ze focussen zich de hele tijd op wat fout gaat. Het weer, een trage computer, file, droog brood in hun broodtrommel. Mensen zijn heel gevoelig voor atmosfeer in een groep. We passen ons dus aan. Is er een klaagsfeer? Dan doen we mee. Anders worden we uitgesloten."

De klager aanspreken durven mensen niet vaak. Niet iedereen heeft het vermogen zijn vinger op te steken en te zeggen: zo erg kan die ingegroeide teennagel/die uitspraak van Rutte/ je kapotte auto toch niet zijn? "We zijn nu eenmaal groepsprimaten en heel erg gevoelig voor de mening van groepsgenoten."

Wie in z'n eentje in de file een potje loopt te foeteren op alles-en-iedereen, heeft vooral zichzelf ermee. Flos: "Je wordt steeds negatiever van je eigen getob. Dan moet je andere mensen opzoeken, muziek opzetten, jezelf toespreken: waarom doe ik dit eigenlijk?"

Haar gezeur komt volgens Suus voort uit onzekerheid en de hang naar controle. "Ik wil dat alles gaat zoals ik het wil." Die eerste dagen was het makkelijk die controle los te laten, maar op dag zes en zeven ontsnapte er een wervelstorm vol gezanik uit Suus' mond. "Ik merkte dat ik het fysiek niet volhield omdat ik continu alles aan het opruimen was. In m'n eentje. Maar er knapte ook wat in mij. Het was extreem, leek wel een compensatie van de voorgaande dagen. "
Foto