De Roemeense vrachtwagenchauffeur Mihai heeft een Nederlandse baas. Maar hij krijgt een Roemeens salaris. "Ik verdien 235 euro per maand. Veel minder dan een Nederlander of een Duitser, terwijl ik hetzelfde werk doe."

De baas van Mihai heeft zijn transportbedrijf geregistreerd in Roemenië. "Als hij mij inhuurt, kan hij mij het minimumsalaris betalen volgens de Roemeense wet. Maar dat is niet eerlijk. Iedereen zou hetzelfde betaald moeten worden."

Mihai krijgt nog een onkostenvergoeding van 60 euro per dag. "Dat is bij elkaar zo'n 1800 euro per maand. Het is veel geld voor Roemeense begrippen, maar ik werk in Nederland. Dus betaal ik Nederlandse prijzen."

De Roemeen is nu negen weken van huis. Al die tijd brengt hij door in de cabine van zijn truck. "Ik mis mijn vrouw en mijn dochtertje, mijn thuis. Het is dat ik geld spaar om een huis te bouwen, anders zou ik hier niet zijn."

Het verhaal van Mihai staat niet op zichzelf. In Brussel gaan steeds meer stemmen op om het inhuren van goedkope arbeidskrachten uit Oost-Europa aan te pakken. Maar niet iedereen gelooft dat strengere regels zullen helpen.

In een land als Nederland worden bestaande regels al nauwelijks gecontroleerd. Vakbond FNV struint elk weekend de grote Nederlandse parkeerplaatsen af, op zoek naar misstanden. Die parkeerplaatsen staan vol met Oost-Europese chauffeurs.

"Hier in Venlo bijvoorbeeld staan heel veel buitenlandse vrachtauto's, omdat in België, Duitsland en Frankrijk de Europese rij- en rusttijden streng worden nageleefd", zegt Edwin Atema van FNV-vervoer.

"Daar krijgen transporteurs torenhoge boetes als ze hun chauffeurs maandenlang in hun cabines laten bivakkeren. Daarom zeggen werkgevers: rij maar naar Nederland, daar controleren ze niet. Dat is absurd."

Volgens de Europese regels mogen chauffeurs de 45 uur verplichte rust niet in hun cabine doorbrengen. In Duitsland, Frankrijk en België krijgt hun werkgever in dat geval een boete van 1800 euro. Bij de Belgen wordt door de politie streng gecontroleerd.

"Het gaat in eerste instantie om het beschermen van de chauffeurs. Dat ze in goede omstandigheden kunnen werken. Het lijkt nu vaak op moderne slavernij", zegt Frederic Martin van de federale wegpolitie.

Maar het is ook ter bescherming van de transporteurs die zich wel aan de regels houden. "Die kunnen niet concurreren met vrachtwagens die alleen maar in Nederland en België rijden en nooit terugkeren naar Roemenië of Bulgarije."

Volgens Atema van de FNV moet het gehele systeem worden aangepakt. "De opdrachtgevers, de klanten van de transporteurs, willen de laagste prijs. Dan kom je in een negatieve spiraal terecht. Alleen de grote bedrijven profiteren op deze manier van de vrije markt."

Hij maakt zich grote zorgen over de Oost-Europese chauffeurs. "Die rijden rond zonder rechten en leven maandenlang in een cabine. Dat is niet hoe het vak hoort te zijn. Die chauffeurs zijn op deze manier niet bezig met hun werk. Alleen maar met overleven."