Op Madagaskar vluchten patiënten met de pest uit ziekenhuizen omdat ze bang zijn voor naalden. Ook zijn er veel mensen die niet eens naar het ziekenhuis gaan omdat ze er nog nooit zijn geweest: ze gaan liever naar traditionele genezers.
Dat zegt Jean Benoit Manhes van de hulporganisatie Unicef tegen de Ierse krant de Irish Times. Madagaskar is een van de weinige landen ter wereld waar de pest nog de kop opsteekt. Sinds 2010 zijn er volgens de wereldgezondheidsorganisatie WHO ongeveer 500 inwoners van het land bezweken aan de ziekte.
In bijna alle gevallen was sprake van builenpest, maar dit jaar heerst ook de longpest. Die is veel gevaarlijker en verspreidt zich bijvoorbeeld door hoesten van mens tot mens. De ziekte is te behandelen met antibiotica, maar dan moet binnen twee dagen met de medicijnen worden begonnen. Volgens Mahnes is dat soms lastig, omdat armere mensen vaak de symptomen van de ziekte niet kennen en daarom niet naar de dokter gaan. Sommigen geloven niet eens dat de ziekte bestaat.
Ook kunnen armere mensen de normale gezondheidszorg niet betalen. De medicijnen tegen de pest zijn gratis, maar omdat ze door geldgebrek nooit kennis hebben gemaakt met de gezondheidszorg, vertrouwen ze de zorg ook niet. Ze gaan liever naar traditionele genezers.
Als ze wel naar het ziekenhuis gaan, zijn ze vaak bang. "Een paar patiënten zijn het ziekenhuis uit gevlucht omdat ze bang zijn voor naalden. Mensen zijn niet gewend aan het ziekenhuis", zegt Marielle Zaramisy, een arts in een ziekenhuis, tegen de Irish Times. In oktober is ten minste één patiënt ontsnapt, de artsen moesten hem dwingen weer in de ambulance te stappen.
Madagaskar hoopt de ziekte te kunnen uitroeien door mensen beter te informeren over de pest, en door ze te leren hoe ze zichzelf ertegen kunnen beschermen. Zo verspreidt de overheid informatie over hoe mensen hun huis moeten schoonmaken, en zijn er voorschriften over hoe mensen begraven moeten worden. Die zijn nodig omdat niet bekend is hoe lang de pestbacterie in een lichaam overleeft.
Als iemand is overleden aan de pest, stoppen medewerkers van Unicef de lichamen in een plastic zak. Daar mogen maar twee familieleden bij zijn, in plaats van de tientallen mensen die normaal bij begrafenissen op Madagaskar zijn. Vervolgens wordt het lichaam in een anoniem graf begraven. Op Madagaskar is het gebruikelijk om na zeven jaar een lichaam op te graven om de overblijfselen schoon te maken en weer in te graven. Dat moet op deze manier worden voorkomen.