Vier inbrekers kregen het in de nacht van vrijdag op zaterdag niet voor elkaar om ongezien te werk te gaan.
Een getuige belde de politie toen het viertal schuurtjes openbrak op het achterpad van de Kouterstraat in Rotterdam.
Vanwege recente inbraken reden agenten die nacht extra door de wijk. Zij waren in burger gekleed en dus niet zichtbaar als politie. Op enig moment zagen zij een auto rijden op de Weimansweg waarvan de eigenaar bij de politie bekend is. Deze auto vonden ze korte tijd later terug op de Schoepstraat, waar hij bij de brandgang tussen de Kouterstraat den de Disselstraat stond geparkeerd.
De agenten besloten deze wagen onopvallend in de gaten te houden omdat ze de zaak niet vertrouwden. En met succes, want tijdens het posten viel er een melding van een inbraak. De melder had de politie gebeld nadat hij vier man schuurtjes zag openbreken. Een van de agenten liep daarop in de richting van de auto en kwam daar de vier inbrekers tegen. Nietsvermoedend spraken ze hem aan en vroegen hem of hij de auto wilde aanduwen. Dit deed hij niet, maar hield er wel drie aan tijdens een korte achtervolging door de wijk.
Agenten zagen in de brandgang dat er bij meerdere schuurtjes was geprobeerd in te breken. De drie Rotterdammers, twee van 17 en een van 18 jaar, zijn inmiddels weer vrijgelaten.