De vlieg Ephydra hians spreekt tot de verbeelding. Deze vlieg kan namelijk duiken. De vlieg kruipt onder water om voedsel te zoeken en eitjes te leggen. Dat is al tamelijk ongebruikelijk. Maar het wordt nog gekker. Want als deze vlieg uit het water komt zetten, is deze helemaal droog. Hoe kan dat? In dat vraagstuk hebben onderzoekers zich nu vastgebeten. En met succes, zo meldt het blad Proceedings of the National Academy of Sciences.

De onderzoekers togen naar het Mono Lake, waar deze vliegen zich in grote getale ophouden. Dit meer is minstens net zo bijzonder als de duikende vliegen. Zo is het maar liefst drie keer zouter dan de oceaan en bovendien gevuld met natriumcarbonaat en borax (wat in feite een wasmiddel is). Door de hoge pH-waarde heeft het water in dit meer een vreemde glibberige – bijna olie-achtige – textuur. Er zijn dan ook maar weinig soorten die zich in dit meer kunnen redden: het Mono Lake herbergt geen vissen of andere gewervelden, alleen algen en bacteriën en dus ook de duikende vlieg E. hians. En dat laatste is toch heel opmerkelijk.

Alle insecten die wel eens door de regen of dauw vliegen, moeten waterafstotend zijn. En meestal slagen ze daarin middels een soort coating die ontstaat dankzij hun korte haartjes die bedekt zijn met een wax-achtige substantie. Maar met dat trucje redden ze het niet in het Mono Lake. Want de samenstelling van dit meer is heel bijzonder en extra goed in staat om door zo’n coating heen te dringen. Dat komt doordat het wateroppervlak een dunne laag negatief geladen carbonaationen bevat. En als een gewone vlieg te dicht bij het water in de buurt komt, worden deze ionen aangetrokken door positieve ladingen op de huid van de vlieg en wordt het water tussen de beschermende haren getrokken, waardoor de vlieg dus nat wordt. Hoe kan E. hians dan in het Mono Lake duiken zonder nat te worden?

Om dat uit te zoeken, wierpen de onderzoekers de vliegjes in water met verschillende chemische samenstellingen. Uit de experimenten blijkt dat E. hians een soort beschermende luchtbubbel rond zijn lichaam vormt op het moment dat deze onder water kruipt. Die bubbel maakt de vliegjes superhydrofoob en ontstaat dankzij het feit dat de vliegen veel hariger zijn dan gewone vliegen en hun lichamen en haren bedekt zijn met een wax die met name carbonaat-rijk water afstoot. Opvallend genoeg bedekt de luchtbubbel niet de ogen van de vlieg, waardoor deze onder water kan kijken, zonder dat de bubbel het zicht verstoort.

De wax van E. hians speelt een cruciale rol, zo tonen de onderzoekers verder aan. Wanneer ze deze namelijk wegnamen, konden de vliegjes geen superhydrofobe bubbel vormen. Uit de experimenten blijkt verder dat E. hians echt uniek is. Zelfs de meest nauw aan E. hians verwante vliegen slagen er niet in om in het Mono Lake te duiken en droog te blijven. “Het is niet dat de Mono Lake-vliegen een nieuwe en unieke manier om waterafstotend te blijven, hebben ontwikkeld,” stelt onderzoeker Michael Dickinson. “Ze hebben de normale gereedschappen die de meeste insecten gebruiken, verbeterd.” En dat is vanuit het oogpunt van de vliegen gezien hartstikke handig. “Er is onder water niets wat jou op kan eten en je hebt al het voedsel dat je wilt. Je moet alleen een duik nemen in wat wereldwijd gezien misschien wel het moeilijkste water is om droog in te blijven.”
Filmpje