Archeologen hebben op een eilandje voor de Australische kust de resten gevonden van vijf opvarenden van de Batavia. Ze zijn in een gezamenlijk graf begraven, waarschijnlijk kort na de scheepsramp.

De ondergang van de Batavia is een van de meest beruchte scheepsrampen uit geschiedenis van de VOC. Het schip liep in 1629 op de klippen bij West-Australië. Veel van de 341 opvarenden overleefden de ramp in eerste instantie, maar kwamen later om door ontberingen en een bloedige muiterij. 196 mensen, onder wie vrouwen en kinderen stierven.

De muiters voerden een schrikbewind maar werden uiteindelijk overmeesterd door een groep die na enkele maanden overlevenden van de scheepsramp kwam zoeken. In wat geldt als de eerste rechtszaak in Australië kregen de rebellen de doodstraf.

Jarenlang was onduidelijk waar de Batavia precies was gezonken. Het wrak werd pas in 1963 teruggevonden en daarna gedeeltelijk gelicht. Archeologen vinden nog met enige regelmaat resten van slachtoffers terug op eilanden in de buurt, bekend onder de naam Batavia's Graveyard.

Omdat de resten die nu zijn gevonden keurig zijn begraven, denken de onderzoekers dat het gaat om mensen die aan het begin van de beproeving omkwamen. "Dit was een zorgvuldige en respectvolle begrafenis, geen haastwerk van moordenaars die hun slachtoffers verbergen."

Naast de botten werden ook enkele bezittingen teruggevonden, zoals aardewerk. De skeletten zullen worden onderzocht om te kijken waar de opvarenden vandaan kwamen. "We willen weten hoe ze leefden voordat ze aan boord gingen en wat er met hen gebeurde op het eiland."
Foto