Nieuw onderzoek – verschenen in het blad Forensic Anthropology – onthult mogelijk eindelijk het lot van de beroemde Amelia Earhart, die in 1937 boven de Stille Oceaan verdween. Amerikaanse onderzoekers stellen in het paper dat botten die in 1940 op het afgelegen eiland Nikumaroro zijn aangetroffen, hoogstwaarschijnlijk van de pilote zijn.

Amelia Earhart was de eerste vrouwelijke pilote die solo de Atlantische Oceaan overstak. En in 1937 stelde ze zichzelf ten doel om – samen met navigator Fred Noonan – de Stille Oceaan over te steken. Maar op 2 juli slaat het noodlot toe. De twee zijn dan onderweg van Nieuw-Guinea naar Howlandeiland, maar komen daar nooit aan. Het lijkt wel alsof de twee en hun vliegtuig in het niets verdwenen zijn. Al snel ontstaan er theorieën over wat de pilote en haar navigator zijn overkomen. Sommigen denken dat ze in de Stille Oceaan zijn neergestort. Anderen vermoeden dat ze een noodlanding hebben gemaakt op één van de Marianen-eilanden en vervolgens door de Japanners gevangen zijn genomen en op verdenking van spionage zijn geëxecuteerd. Het meest aannemelijke scenario lijkt echter dat Earhart op het destijds onbewoonde eiland Nikumaroro terecht is gekomen en daar aan haar verwondingen of honger is gestorven. Er zijn verschillende aanwijzingen die deze laatste theorie onderschrijven, zo is op het eiland balsem uit de jaren dertig ontdekt die op de bagagelijst van Earhart stond. En in 2012 werden op de bodem van de zee van het eiland onderdelen van een vliegtuig ontdekt die sterk doen denken aan het vliegtuig van Earhart.

In 1940 leek het er even op dat de mysterieuze verdwijningszaak was opgelost, toen op Nikumaroro botten werden ontdekt. Direct werd natuurlijk het verband met Earhart gelegd en de botten werden uitgebreid bestudeerd door de arts D. W. Hoodless. Hij moest echter al snel concluderen dat de botten onmogelijk van Earhart konden zijn; ze waren van een man. In de jaren die volgden, raakten de botten kwijt, waardoor het onmogelijk was om deze – met modernere technieken – te bestuderen. Het enige wat onderzoekers nog hadden, waren de metrische gegevens die Hoodless had genoteerd: vier metingen van de schedel en drie metingen van het scheenbeen, opperarmbeen en spaakbeen.
Foto