In astronomische termen kan worden gesproken van een ‘near miss’, een bijna-botsing. Als de baan van planetoïde 2018 GE3 iets dichter bij de aarde had gelegen, had het slecht kunnen aflopen. De brok steen, tussen de 44 en 110 meter groot, zou bij een inslag een gebied ter grootte van een flinke stad van de kaart hebben geveegd.

2018 GE3 is ongeveer even groot als de Toengoeska-meteoriet die begin vorige eeuw boven Siberië ontplofte. Door de explosie braken in een omtrek van 30 kilometer alle bomen aan de basis van de stam af. De meteoriet sloeg in met een kracht die vergelijkbaar is met 30 keer de kracht van de atoombom die in 1945 op Hiroshima werd gegooid.

Gelukkig lag de baan van planetoïde 2018 GE3 op 192.000 kilometer afstand van de aarde. Maar dat is nog altijd dichterbij dan onze maan die op 384.400 kilometer afstand staat. Als een planetoïde de aarde zo dicht nadert, was die natuurlijk al lang in kaart gebracht en wisten astronomen dat niemand zich zorgen hoefde te maken? Nee, dus. Niemand zag de brok steen aankomen. Pas enkele uren voor de passage, afgelopen zondag, werd 2018 GE3 ontdekt. Om weer even snel in de ruimte te verdwijnen.

De late ontdekking roept de vraag op of de jacht op aardscheerders zoals 2018 GE3 wel deugt. Die jacht werd tien jaar geleden geopend in de hoop dat de aarde genoeg voorbereidingstijd heeft om een eventuele grote inslag van een ruimtebrok te kunnen voorkomen.

2018 GE3 slipte er doorheen omdat hij te klein was. De zoektocht naar aardscheerders richt zich op brokstukken die groter zijn dan 140 meter. Daarvan zijn er al meer dan 8.000 in kaart gebracht. De verwachting is dat er nog eens 8.000 zullen worden ontdekt.

Voor NASA en het waarschuwingssysteem voor aardscheerders is de passage van 2018 GE3 een ‘wake-upcall’. Deze ‘test’ wijst uit dat het systeem nog verder moet worden verfijnd om verrassingen als die van afgelopen zondag te voorkomen’, aldus astronomen.