Het is ongetwijfeld het beroemdste Nederlandse gerecht in Brazilië. Brazilianen zijn er gek op en je kunt het vrijwel overal kopen. Eén klein detail: jullie hebben er waarschijnlijk nog nooit van gehoord. Ik heb het namelijk over Hollandse taart.
Ik woonde pas net in Brazilië toen ik bij de bakker een bord op de stoep zag staan. ‘Torta Holandesa’ stond er in grote letters op. Hollandse taart? Ik ken wel stroopwafels, gevulde koeken en allerlei andere lekkernijen uit Nederland. Maar van een Hollandse taart kon ik me toch niet echt een voorstelling maken. In de etalage zag ik hem staan: een klassieke, machtige taart gemaakt van chocolade, room en koekjes. Best lekker, maar het was me een raadsel wat het met Nederland te maken had.
Mijn Braziliaanse vrienden waren vooral verbaasd toen ik het ze vroeg. "Wat? Hebben jullie dan geen Hollandse taart in Nederland?" Iedere Braziliaan die ik sprak was er altijd blind vanuit gegaan dat elke Nederlandse bakker deze lekkernij verkoopt. Dat de taart alleen in Brazilië te krijgen is, konden ze maar amper geloven. En niemand die ik sprak kende het daadwerkelijke verhaal achter de taart.
Op internet vond ik de antwoorden die ik zocht. De taart bleek, zoals ik natuurlijk wel wist, helemaal niet uit Nederland te komen. Hij is in 1990 bedacht door Sílvia Leite, uit de stad Campinas. Sílvia had een jaar lang voor een Nederlandse familie in Londen gewerkt. Ze bewaarde zulke goede herinneringen aan die tijd dat ze als eerbetoon het door haar gecreëerde baksel de naam ‘Hollandse taart’ meegaf.
Op zich vind ik het vrij briljant bedacht. Brazilianen zijn gek op zoetigheid. En op Nederland. Hoe slim is het dan wel niet om die twee dingen te combineren? De taart was in het café van Sílvia onmiddellijk een groot succes. Hoewel we natuurlijk niet weten of dat door de smaak kwam of door de naam. Ik houd het op een combinatie van beide.
Vooral omdat zogenaamde 'buitenlandse' producten in Brazilië wel vaker een succes worden. Zo’n drie jaar geleden was het hier ongelooflijk hip om een 'Mexicaans ijsje' te gaan eten. Nu verkopen ze in Mexico natuurlijk ook ijsjes, maar daar heeft dit Braziliaanse product vrij weinig mee te maken. De Brazilianen stoppen deze romige waterijsjes namelijk vol met bijvoorbeeld gecondenseerde melk of chocolade.
Of wat dacht je van de Franse broodjes waar vrijwel elke Braziliaan mee ontbijt. Ook ik werk er elke ochtend eentje naar binnen. Maar Frans zijn ze niet. Begin twintigste eeuw gaven rijke Brazilianen die in Europa hadden gereisd hun koks de opdracht om broodjes te maken die leken op de broodjes die populair waren in Parijs: een soort kleine witte pistoletjes met een harde korst, de voorloper van het stokbrood. Zo gezegd, zo gedaan. Maar de Brazilianen voegden onder andere suiker en vet toe aan het deeg, waardoor het heel anders is dan het brood dat ze in Frankrijk verkopen.
Maar ja, een Frans broodje klinkt blijkbaar een stuk chiquer dan een Braziliaans broodje. Het succes van deze 'buitenlandse' producten is dan ook gemakkelijk te verklaren. Want het buitenland staat hier gelijk aan kwaliteit: als het uit een ander land komt, en vooral uit Europa, dan zal het wel goed zijn. Ik schreef eerder al over het gemeenschappelijke minderwaardigheidscomplex van de Brazilianen. Dat ze zelf ook heerlijke dingen maken, wordt nogal eens vergeten. En dus moet ik de Brazilianen keer op keer vertellen dat ze die Hollandse taart toch echt zelf hebben bedacht.
Foto