De vier genomineerden voor de belangrijkste kunstprijs van België hebben zich teruggetrokken. Ze willen de Belgian Art Prize niet meer omdat het feit dat ze allemaal witte mannen van middelbare leeftijd zijn, heeft geleid tot grote verontwaardiging binnen de kunstwereld.
Kunstenaars, directeuren en werknemers uit de kunstsector vinden zo'n selectie niet meer van deze tijd en schreven een open brief. Deze is inmiddels bijna 800 keer ondertekend en daarmee een hot topic binnen de Belgische kunstwereld, schrijft De Morgen.
De vier genomineerden - Sven Augustijnen, Koenraad Dedobbeleer, Gabriel Kuri en het duo Jos De Gruyter en Harald Thys - schrijven in een verklaring dat ze geloven dat de jury professioneel, betrokken en ethisch een keuze heeft gemaakt. Maar toch trekken ze zich terug.
"Bij het aanvaarden van de nominatie veronderstelden we simpelweg dat we beoordeeld zouden worden op basis van onze artistieke benadering of de inhoud van ons werk", schrijven de kunstenaars in de verklaring. "Nu worden we gemakshalve gereduceerd tot heteroseksuele, geprivilegieerde, blanke Brusselaars van middelbare leeftijd."
De kunstenaars zeggen het te betreuren dat er nauwelijks aandacht is voor de artistieke inhoud van hun werk. Nu ze zich hebben teruggetrokken, hopen ze dat het debat weer zal gaan over "het ondersteunen en onderschrijven van het belang van kunst".
De organisatie van de Belgian Art Prize schrijft in een reactie dat ze tegen elke vorm van discriminatie zijn en dat de prijs is bedoeld om getalenteerde en toonaangevende kunstenaars te ondersteunen.
Bij de selectie van de genomineerden is volgens de organisatie niet gekeken naar man-vrouw-verhoudingen, nationaliteit of andere niet-artistieke aspecten, maar puur naar hun artistieke werk. De organisatie blijft dan ook achter de keuze voor de genomineerden staan.
Wel wijst de organisatie erop dat de prijs vorig jaar naar Otobong Nkanga ging, een kunstenares die geboren werd in Nigeria.