Bij opgravingen in de stad Groningen is een bom gevonden die vermoedelijk in 1672 op de stad is afgevuurd. Het gaat om een ronde mortiergranaat van gietijzer. Het explosief weegt ruim veertig kilo en zat ruim twee meter diep in de grond.
Groningen werd in 1672 belegerd door de troepen van Bernhard von Galen, een oorlogszuchtige Duitse bisschop. Hij veroverde steden door ze langdurig te bestoken, totdat ze zich overgaven. Het bezorgde hem de bijnaam Bommen Berend.
Het explosief werd gevonden bij opgravingen op de hoek van de Nieuweweg en de Oostersingel. Die plek lag in 1672 aan de binnenzijde van de Stadswal. Stadsarcheoloog Gert Kortekaas is lyrisch over de vondst. "Zoiets kom je hoogst een enkele keer tegen", zegt hij tegen RTV Noord. "Dit is heel zeldzaam."
Hoewel de vondst volgens Kortekaas geen nieuw licht werpt op de geschiedenis van de stad, voegt het volgens hem zeker iets toe. "Dit zijn de plaatjes bij het boek. Het grote verhaal kennen we al, maar dit laat net even een detail zien. Nu weten we hoe die kogels eruit zagen en hoe ze werden gevuld."
Ook ontdekten de onderzoekers dat er om de granaatresten een net van touw en pek zat. Vermoedelijk is het explosief als brandbom op de stad afgeschoten, maar niet ontploft.
De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) heeft de granaat onderzocht. Het ijzeren geval bleek hol te zijn met een vulopening, waar een houten prop in zat. De inhoud rook nog wel naar kruit, maar na het verwijderen van de prop bleek er alleen nog zwart water in de granaat te zitten.
Omdat de bom niet meer gevaarlijk is, hoeft het ding niet weggehaald te worden. In plaats daarvan wordt het projectiel geconserveerd en later tentoongesteld.
Foto