Een student heeft de examencommissie van zijn onderwijsinstituut om een extra herkansingsmogelijkheid gevraagd. Reden? Hij ondervond tijdens het tentamen last van een naar kots stinkende medestudent. De extra herkansing komt er niet, omdat de surveillant geen klachten kreeg over de stank en omdat de studenten de volledige tentamentijd hebben kunnen gebruiken.
'In het protocol van de surveillant wordt niet aangegeven dat u last had van uw medestudent', schrijft de voorzitter van de examencommissie. 'Tijdens het tentamen en ook achteraf hebben andere studenten niet aangegeven dat zij last hebben gehad van de geur of iets dergelijks.'
Dat de student onwel werd en heeft overgegeven, zal de meeste tentamendeelnemers niet zijn ontgaan. Het gebeurde vlak voordat het tentamen moest beginnen en het was voor de surveillant en de docent reden het tentamen te verplaatsen naar een ander lokaal. In dat lokaal konden alle studenten op de vastgestelde starttijd aan hun tentamen beginnen.
Voor de student die de kwestie bij de examencommissie aankaartte, kon het incident daarmee niet worden afgesloten. 'De student mocht deelnemen aan de toets zonder schone kleren aan te trekken en zat vervolgens voor mij. Het resulteerde in een ondraaglijke geur en verlies van concentratie', schrijft hij aan de examencommissie.
'Basale wiskundige stappen heb ik hierdoor fout gedaan, omdat ik zelf ook misselijk was gedurende en na de toets. Ik vraag bij deze een extra toetskans aan wegens deze omstandigheden.'
De examencommissie stelt dat de tentamenorganisatie adequaat heeft gehandeld door het tentamen naar een ander lokaal te verplaatsen. Omdat volgens het protocol van de surveillant niemand last heeft ondervonden van de 'stinkende student' wijst de examencommissie het verzoek van de klagende student af.
'De toets wordt in het huidige studiejaar opnieuw aangeboden en u kan daar gebruik van maken', schrijft de examencommissie over de nog openstaande herkansingsmogelijkheid.