Belgische en Franse petanquespelers gebruiken volop doping. Dat zeggen althans meervoudig Nederlands kampioenen Kees Koogje en Edward Vinke in een interview met de Nederlandse site van Vice Sports.

De mannen - die ook op EK's en WK's uitkomen - pleiten in het interview voor meer dopingcontroles in hun sport, die op campings beter bekend staat als jeu de boules.

Spelers gebruiken volgens Koogje en Vinke onder meer ritalin, dat de concentratie moet verbeteren, en cocaïne. "Ik ken genoeg Belgische spelers die coke gebruiken. Die gaan dan even naar het toilet en gooien geen bal meer fout als ze terugkomen. Ze voelen zich dan echt de koning", zegt Vinke.

Koogje maakte iets soortgelijks mee op een toernooi in Frankrijk tegen spelers uit Madagaskar. "We stonden ver voor en speelden foutloos. Toen gingen zij even tien minuten naar de wc, en kwamen ze terug met enorme ogen. Alles ging ineens goed bij die gasten."

De Petanque Federatie Vlaanderen (PFV) noemt de uitspraken in het interview "schokkend". Later vandaag komt de sportbond met een "nuancerende" reactie op het interview.

"We horen weleens wat, maar het is heel gevaarlijk om zomaar mensen te beschuldigen. Daar moeten we erg voorzichtig mee zijn", zegt een woordvoerder van de PFV.

Petanque is vooral populair in België, Frankrijk en voormalige Franse kolonies als Madagaskar en Marokko. In Nederland is petanque relatief klein. De Nederlandse Jeu de Boules Bond telde in 2017 ruim 16.000 leden.

Herman Ram, directeur van de Nederlandse Dopingautoriteit, kan na een korte speurtocht in zijn archief geen dopingzaken in de petanquesport vinden.

Hij wil alleen niet uitsluiten dat doping in petanque wijdverspreid is. Ram zegt wel dat je in soortgelijke sporten als bowling vaak ziet dat doping eerder onbedoeld gebruikt wordt, bijvoorbeeld omdat mensen niet goed op de hoogte zijn van wat wel en niet mag. Ook kan het zijn dat doping via recreatief gebruik in het lichaam is gekomen. "Want van cocaïne ga je echt niet beter een bal gooien", zegt Ram.

Een petanquespeler kan volgens hem wel voordeel hebben van ritalin of bètablokkers. "Daarvan krijg je een rustigere hartslag en in een concentratiesport is dat nuttig, want tussen de hartslagen door gebeurt vaak alles. We zien ook dat het gebruikt wordt in onder meer biljart."

De nationale petanquebonden staan onder toezicht van de Confédération Mondiale des Sports de Boules (CMSB). De CMSB heeft zich aangesloten bij wereldantidopingbureau WADA.

Sporters worden daardoor geregeld gecontroleerd op doping aan de hand van de WADA-lijst met verboden middelen. Maar volgens petanquespeler Edward Vinke worden spelers "op normale toernooien" in de praktijk amper gecontroleerd.

Dat verbaast Herman Ram niet. Elke controle kost geld en vergeleken met andere sporten gaat er in petanque weinig geld om. In Nederland is voor spelers tot maximaal 1000 euro te winnen op een toernooi. In Frankrijk is dat 5.000 euro.

Ram: "De internationale federatie moet die controles uitvoeren en ik kan je garanderen dat in de jeu de boules-sport dat niet de hoogste prioriteit heeft. Ze geven geld liever ergens anders aan uit en dat begrijp ik wel als je weinig te besteden hebt. Wij moeten dezelfde afwegingen maken met onze controles."