Meer dan honderd soorten broedvogels, zestig soorten vissen en zeven soorten vleermuizen: je zou denken dat het de cijfers van een natuurgebied zijn, maar niets in minder waar, het gaat over Amsterdam. Volgens stadsecoloog Remco Daalder zijn er in de stad meer soorten planten en dieren dan in het plattelandsgebied daarbuiten.
Het landschap buiten de stad is vaak eentonig waardoor er een beperkt aantal dieren kan leven. Daalder: 'In een stad heb je allerlei soorten landschap, dus heb je ook beesten van het bos, van het gras, beesten van het water en van de rotsen. (...) Amsterdam is eigenlijk hartstikke rijk aan natuur'.
En dat terwijl het met die natuurlijke rijkdom op globaal niveau juist helemaal niet goed gaat. Gisteren bracht de VN een rapport uit dat waarschuwt dat de dalende biodiversiteit net zo bedreigend is als de opwarming van de aarde. Volgens de onderzoekers moet er direct actie ondernomen worden, in het rapport staan een aantal oplossingen.
Pissenbedden, muizen en torenvalken
Eén van de oplossingen uit het rapport ligt in de stad. Binnen stedelijke gebieden is namelijk veel winst te behalen en kunnen leefomgevingen voor zeldzame dieren en planten worden gemaakt.
In Amsterdam zijn er al meerdere projecten die ervoor zorgen dat de diversiteit aan flora en fauna verbetert. Zo is in Park Schinkeleilanden met het toevoegen van dood hout, de perfecte leefomgeving voor verschillende beestjes gemaakt. Stadsecoloog Remco Daalder: 'Het barst van de pissebedden, de kevertjes en mieren. Die kunnen weer opgegeten worden door een torenvalk.'
Een toename van bijvoorbeeld torenvalken, ijsvogels, gierzwaluwen en bijen in de stad is om meerdere redenen van groot belang. Daalder: 'Parken met diverse beplanting zijn simpelweg prettiger om in te verblijven en zorgen ook voor een grotere verscheidenheid aan dieren'.
Een mooie bijkomstigheid is dat het aantal vervelende dieren zoals muggen afneemt. 'Over het algemeen, hoe lager de biodiversiteit is, hoe meer enge beesten je hebt. Maar als je een hogere biodiversiteit hebt met allerlei beestjes die muggen eten, heb je ook weer minder muggen.'
Bij nieuwbouwprojecten zie je steeds vaker dat er 'natuurinclusief' wordt gebouwd. Dit betekent dat er al aan de ontwerptafel wordt bedacht welke planten en dieren om en op het gebouw kunnen gaan leven. Zo worden bijvoorbeeld in de gevel broedplaatsen voor gierzwaluwen gebouwd en ruimte gemaakt voor bomen op balkons, binnenplaatsen of daken.
Bij de bestaande bebouwing zijn Amsterdammers zelf aan zet. Je kan natuurlijk je eigen balkon of tuin verrijken met meer soorten planten, bloemen, bomen en met nestkastjes.
Stukje gras in tuin veranderen
Voor mensen zonder tuin of balkon heeft Daalder ook een tip: 'Kijk eens met buurtbewoners of er een stukje gras in de buurt ligt waarvan je zegt: daar gaan we een tuintje maken. Het gebeurt al op allerlei plekken. Benader het stadsdeel, die vinden het vast wel een goed idee'.
Filmpje