Bloed uit de navelstreng van een menselijke baby verbetert het geheugen van muizen, blijkt uit proeven van Stanford University. Dat kan van belang zijn voor de behandeling van o.a. alzheimer.
Als je steeds maar niet op de naam van de buurman kunt komen en telkens naar je auto loopt te zoeken, heb je misschien een shotje bloed uit de navelstreng van een pasgeboren baby nodig.
In ieder geval blijkt uit een experiment dat in het tijdschrift Nature is gepubliceerd dat bloed uit de menselijke navelstreng het geheugen van muizen verbetert.
‘Het is opvallend dat iets in je bloed de manier waarop je denkt kan beïnvloeden,’ aldus Tony Wyss-Coray, hersenonderzoeker aan Stanford University.
Eiwit smeert synapsen in de hersenen
Wyss-Coray en zijn team isoleerden een bepaald eiwit, TIMP2, uit het bloed van de navelstreng van pasgeborenen.
Toen ze het eiwit injecteerden bij oude muizen, bleek het de cellen van het geheugencentrum van de hersenen, de hippocampus, te optimaliseren.
Het eiwit stimuleert vermoedelijk de overdracht van informatie tussen de cellen – dat wil zeggen de synapsen – en zorgt er zo voor dat de hersencellen beter gaan samenwerken op geheugengebied.
Oude muizen die TIMP2 kregen, bleken veel beter de weg door een labyrint te kunnen onthouden dan hun leeftijdgenoten die het eiwit niet kregen.
Hoewel het experiment alleen op dieren is uitgevoerd, zijn de resultaten veelbelovend.
Ten eerste werkt de hippocampus bij muizen en mensen op dezelfde manier, en ten tweede is het belangrijk dat het actieve geheugeneiwit in mensenbloed is gevonden.
De kans dat het op termijn gebruikt kan worden bij de behandeling van alzheimer en andere vormen van ouderdomsdementie bij mensen is daardoor groter.