‘Ctyřicet tun... oftewel veertig ton’ zal de Tsjechische vrachtwagenchauffeuse hebben gedacht, toen ze van de Noorde richting het pontveer draaide. “Veertig ton, dat weegt mijn combinatie bij lange na niet.” De oversteek met de pont leverde dan ook geen enkel probleem op. Nee die problemen ontstonden pas bij het binnenrijden van Genemuiden.
Hoofdschuddend had Mart Snel het gevaarte al van de pont zien rijden. Niet voor het eerst zag de gewezen internationale chauffeur hoe, ongetwijfeld gestuurd door een gedienstige Tomtom en misleid door een bord bij de rotonde aan de Noorde dat slechts vrachtwagens van meer dan veertig ton via Zwartsluis naar Genemuiden verwees, een nietsvermoedende buitenlandse collega zich klem dreigde te rijden in een fuik in het centrum van Genemuiden.
De fabriek van Edel aan de Fabrieksstraat was de bestemming, maar de route over de ‘brug’ en de Oosterkaai was, zo wist Mart wel, voor een combinatie van deze lengte een onneembare barrière. En daarom was hij snel op zijn fiets gestapt om zijn Tsjechische collega (ja, eens een chauffeur, altijd een chauffeur) voor ellende en rampspoed te behoeden. De enige begaanbare weg liep, zo wist Snel, via het Havenplein naar de Simondsstraat. Maar ook daar lag nog een obstakel van jewelste. De bocht was ogenschijnlijk veel te nauw voor deze kolos van een vrachtwagen. Op de meer dan achttien meter lengte van de combinatie was deze bocht niet berekend. Maar nauwkeurige aanwijzingen van Mart, gecombineerd met uiterst precies manoeuvreren van de Tsjechische maakten, na een aantal keren steken en terugrijden dat er misschien toch een kansje was…
Als maar niet, juist op dat hoekje, voor dit soort situaties, om beschadiging van trottoir en woning te voorkomen, een paaltje was geplaatst. Inmiddels was achteruit rijden echter ook allang geen optie meer. “Dan moet in vredesnaam dat paaltje er maar aan geloven”, sprak Mart in zijn beste Engels tegen de Tsjechische, die ook geen andere mogelijkheid meer zag. En langzaam draaide ze voor de laatste keer haar stuur naar links… De achteras van de combinatie leek het nietige paaltje te zullen verpletteren, maar door een ultieme aanwijzing van Mart schampte het achterwiel slechts het paaltje, dat even trilde maar gewoon stand hield.
Mart stelde zich met zijn fiets op voor de vrachtwagencombinatie, die nu geen enkel idee meer had hoe het pand van Edel zou kunnen worden bereikt, en loodste het gevaarte via de Beatrixstraat naar zijn bestemming. Daar aangekomen sprong de chauffeuse uit haar cabine en vloog haar reddende engel om de hals. Laten we eerlijk zijn, als je, zoals Mart, de tachtig gepasseerd bent, kan je week slechter beginnen.
Eind goed, al goed, zou je zeggen. Maar omdat voorkomen toch altijd nog beter is dan genezen lijkt het verstandig dat de wegbeheerders (in dit geval de provincie?) bij de Noorde duidelijk gaan aangeven dat alleen vrachtwagens van een beperkte lengte rustig van de pont gebruik kunnen maken. Uiteindelijk staat Mart Snel niet elke dag bij de pont.