NASA’s TESS-telescoop heeft 31 lichtjaar de ruimte in gekeken en drie nieuwe exoplaneten ontdekt. Een ervan is een zogenoemde superaarde, waar dankzij de unieke ligging mogelijk leven kan voorkomen.
De TESS-telescoop heeft sinds zijn lancering vorig jaar een hele reeks exoplaneten ontdekt, en vorige week maakte NASA bekend dat de planetenjager een hattrick heeft gemaakt en drie planeten in het sterrenbeeld Hydra heeft gelokaliseerd.
De drie pas ontdekte planeten draaien om de rode dwerg GJ 357, die op zo’n 31 lichtjaar van de aarde staat – om de hoek naar kosmische maatstaven.
Twee van de planeten zijn waarschijnlijk te heet voor leven, maar voor de planeet GJ 357 d staan de zaken er een stuk beter voor.
GJ 357 d is een zogeheten superaarde met een massa van zo’n 10 keer die van de aarde.
De massa zegt niets over de kans op leven, maar de locatie wel, en die maakt GJ 357 d erg interessant.
Want in tegenstelling tot zijn hete buren staat GJ 357 d aan de rand van de bewoonbare zone van zijn ster.
De afstand van GJ 357 d tot zijn ster is ongeveer even groot als die tussen Mars en de zon, en volgens de onderzoekers is de gemiddelde temperatuur er daardoor circa -53 °C.
Dat is frisjes, maar als GJ 357 d – anders dan Mars – een dichte atmosfeer heeft, kan hij de warmte van zijn ster vasthouden.
Is GJ 357 d ook nog eens een rotsplaneet, dan kan er vloeibaar water op het oppervlak voorkomen, een voorwaarde voor het ontstaan van de bouwstenen van leven.
De samenstelling en grootte van GJ 357 d zijn nog onbekend, maar als het om een rotsplaneet gaat, kan hij vanwege zijn massa ongeveer twee keer zo groot zijn als de aarde.
Filmpje