'De beste vriend van de mens' wordt de hond wel genoemd, en daar is alle reden voor. Want de wetenschap heeft aangetoond dat hondenbezitters gelukkiger, gezonder en socialer zijn.

Trouw, waaks, sociaal en altijd blij om je te zien. De hond is al 18.000 jaar de metgezel van de mens, en daar zijn goede redenen voor.

Als je een hond hebt, overweegt een hond te nemen of gewoon wat betere argumenten wilt hebben als je weer eens in een discussie over huisdieren verzeild raakt: hier zijn een paar keiharde wetenschappelijke feiten.

1. Een hond maakt je aan het lachen

Hondenbezitters lachen meer en vaker, zo blijkt uit een onderzoek van Robin Maria Valeri, dat in 2015 in Society & Animals verschenen is. Het verslag is gebaseerd op een enquête waarbij vier groepen bijhielden hoe vaak ze op een dag moesten lachen.

De eerste groep bestond uit hondenbezitters, de tweede uit kattenbezitters, de derde uit mensen die een kat en een hond hadden en de vierde uit huisdierloze mensen.

Hondenbezitters en baasjes van een hond én een kat bleken vaker te lachen dan de andere twee groepen.

2. Een hond is goed voor je gezondheid

Kinderen die vanaf hun geboorte opgroeien met een hond in huis hebben veel minder last van astma en allergieën dan kinderen die in een huis zonder hond opgroeien.

En de wetenschap weet hoe dat komt.
Een dierproef van de University of California San Francisco toont aan dat muizen die blootgesteld worden aan stof uit een huis waar een of meerdere honden wonen, veranderingen ondergaan in hun darmflora.

De muizen ontwikkelden met name een grotere hoeveelheid bacteriën die de luchtwegen tegen allergenen en infecties beschermen.

3. Een hond maakt je socialer

Wetenschappers van de Britse University of Liverpool en University of Bristol publiceerden in 2007 een rapport waaruit blijkt dat hondenbezitters meer persoonlijk contact met anderen hebben dan mensen zonder hond.

Volgens het rapport komt dat onder meer doordat mensen die hun hond uitlaten vaker 'lotgenoten' tegenkomen, en daar graag een praatje mee maken.

4. Een hond is goed voor je zelfvertrouwen

Een onderzoek uit 2001 van de American Psychological Association suggereert een direct verband tussen het bezit van een hond en een versterkt zelfvertrouwen.

De onderzoekers volgden een groep kersverse hondenbezitters en vergeleken de resultaten met een controlegroep zonder hond. Na 10 maanden werden de gegevens geanalyseerd.

Uit het gedrag en de uitspraken van de hondenbezitters bleek dat hun zelfvertrouwen was toegenomen. Daarnaast deden ze meer aan lichaamsbeweging en hadden ze minder last van angst, met name voor misdaad.

5. Een hond houdt je fit

Het ligt voor de hand dat hondenbezitters meer beweging krijgen, want ze moeten hun trouwe viervoeter uitlaten. Maar ze blijken zelfs meer te bewegen dan eerder werd aangenomen.

In een rapport uit 2011 stellen wetenschappers van de Michigan State University vast dat 60% van de onderzochte hondenbezitters voldeed aan de door artsen aanbevolen hoeveelheid lichaamsbeweging of erboven zat.

Daarnaast blijkt uit onderzoek van de George Mason University dat ouderen die hun hond regelmatig uitlaten veel fitter zijn dan leeftijdgenoten die alleen of met anderen ommetjes maken.

6. Een hond maakt je gelukkig

Honden zijn sociale roedeldieren, en daarom beschouwen veel baasjes ze als goed gezelschap. Maar voor een bepaalde bevolkingsgroep blijkt een hond zelfs ronduit het levensgeluk te stimuleren.

Onderzoekers van de School of Veterinary Medicin van de University of California hebben het effect van het bezit van een hond op de levenskwaliteit en het geluksgevoel van ouderen onderzocht.

De resultaten, die gepubliceerd zijn in het Journal of Social Psychology, laten zien dat ouderen die een hond hebben minder ontevreden zijn over hun sociale leven dan leeftijdgenoten zonder hond.

Daarnaast concludeert het onderzoek dat oudere hondenbezitters fitter en vooral in psychisch opzicht gezonder zijn dan ouderen die geen hond hebben.

7. Een hond helpt tegen depressie

Een hondenbezitter kan zich intens gelukkig voelen door alleen maar naar de hond te kijken en er oogcontact mee te maken.

Een studie van de Azabu-universiteit in Japan toont zelfs aan dat ons brein op oogcontact met een hond reageert door het hormoon oxytocine aan te maken, dat leidt tot een sterk gevoel van geluk en saamhorigheid.

Oxytocine, dat vooral aangemaakt wordt bij nauw sociaal en fysiek contact, blijkt te helpen tegen schizofrenie en wordt klinisch getest als behandeling voor depressie en posttraumatische stress.

Een onderzoeksteam van het Department of Psychology van de Miami University toonde in 2011 al aan dat depressie minder vaak voorkomt bij hondenbezitters die een sterke sociale band hebben met hun huisdier.