Alsof het de dag van gisteren was, Jantinus Weggemans en Jan Eefting weten het nog precies. "We vonden het hartstikke modern: een mobilofoon in onze storingsauto, een DAF was dat. Via de mobilofoon kon je praten met het hoofdkantoor. Die riepen ons dan op, als er ergens een leiding gebroken was en vertelden ons waar we heen moesten", legt Eefting uit.

De beide inmiddels gepensioneerde mannen werkten hun leven lang bij de Drentse Waterleidingmaatschappij. Ze hebben vele honderden kilometers sleuven gegraven om waterleidingen aan te leggen in onze provincie. "Daarna ging er natuurlijk ook wel weer eens iets kapot", zegt Weggemans, "en dan moest de storingsdienst uitrukken."

We hebben het over het begin van de jaren 70. "We waren dan ergens aan het graven, en hoorden dan de mobilofoon in de auto niet, het kantoor kon ons dan niet bereiken. Dat kun je je nu niet meer voorstellen, maar mobieltjes bestonden toen natuurlijk niet," aldus Eefting. De oplossing was gauw gevonden: een luidspreker op het dak van de dienst-DAF.

"Het nadeel was natuurlijk wel dat de hele buurt kon meegenieten. Want als er een oproep kwam, "Wagen 1, wagen 1, melden a.u.b.!" dan schetterde dat via die luidspreker door de straat. Ook het volledige gesprek daarna werd zonder pardon rond getoeterd op windkracht vijf", lacht Weggemans. "Maar dat vond niemand erg, want ook toen waren mensen nieuwsgierig en de hele straat wist dan precies waar er problemen waren met de waterleiding" zegt Eefting. "Zo hebben we jarenlang door Drenthe getoerd."

Wanneer de DAF-met-luidsprekerinstallatie precies werd afgeschaft weten de mannen niet meer. Eefting: "Op een gegeven moment kregen we semafoons, toen was het gedaan met het lawaai." Een beetje weemoedig zijn ze wel. "Dat waren mooie tijden, we kwamen overal, we werkten keihard maar we hadden ook onderling veel lol."