Een verhuurder van een kamer in de Hoofddorppleinbuurt in Zuid moet accepteren dat de ouders van de huurder de kamer soms controleren. Dat heeft de kantonrechter geoordeeld.
De huurder van de kamer woont sinds juli vorig jaar in India om daar een opleiding tot yogaleraar te volgen. Hij betaalt nog huur, 450 euro per maand, en heeft een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Zijn ouders kwamen volgens hem na zijn vertrek zes keer langs om zijn kamer te inspecteren.
Toen de ouders op 13 december in de kamer waren, heeft de verhuurder hen gezegd dat ze niet meer langs mochten komen. Ook werd de politie gebeld. Op 26 januari wilden de ouders de kamer weer in, maar toen zat er een hangslot op de deur.
De huurder, die de kamer al sinds juli 2016 huurt, spande daarom een kort geding aan. Hij wil dat het hangslot weg wordt gehaald. De verhuurder zei echter dat er sprake was van onderhuur, wat niet is toegestaan zonder zijn toestemming. De ouders zouden voor langere tijd in de woning zijn geweest, gezien ze hun fietsen soms ook meenamen naar de woning. Ook zouden andere huurders niet blij zijn met hun aanwezigheid.
Volgens de kantonrechter heeft elke huurder 'in beginsel het recht om tijdens zijn afwezigheid incidenteel een derde toezicht op het gehuurde te laten houden'. De verhuurder heeft niet voldoende onderbouwd dat de ouders zich zouden hebben misdragen. Ook komt de huurder op 20 maart weer terug.
Mocht de verhuurder het hangslot niet verwijderen, dan kost dat hem vijfduizend euro dwangsom per dag.