Anbara Salam is haar naam. En de dame, die ook schrijfster is, probeert op Twitter het coronaleed wat te verzachten door een gênant moment uit haar leven te delen.
Zo’n tien jaar geleden was ze, samen met haar (intussen ex-)vriendje, naar een wellnesscomplex in Duitsland gegaan. “Klein detail: ik spreek geen Duits”, opent ze.
“Ik kleed me uit, neem een klein handdoekje en ga richting de sauna. Er zijn twee ongemarkeerde deuren op het einde van de gang. Ik waag een gokje en neem de linkse deur. Het blijkt niét de deur naar de sauna, maar een nooduitgang te zijn”, gaat ze verder.
De deur valt achter haar in het slot en ze kan niet meer terug… “Ik klop op de deur, zo hard zelfs dat het pijn doet! Niets… Ik schreeuw om hulp. Wederom niets. Wenend loop ik de trap af, terwijl ik probeer te beslissen welk deel van mijn naakte lichaam ik moet bedekken met de kleine handdoek. Mijn gezicht? Één bil?”
Uiteindelijk komt ze een tweede deur tegen. Die is NIET op slot! Helaas blijkt het om een technische ruimte te gaan, vol ventilators, pompen en symbolen die ‘elektrocutiegevaar’ aangeven. “Vrienden, naakt rondlopen en huilen in een industriële kamer… ‘t Is speciaal. Ik merk een dienstlift op. Uit pure paniek loop ik de lift in en bedek ik beurt om beurt een borst terwijl ik op de knopjes mep”, gaat ze verder.
“Er staat een camera in de lift. Verscheurd tussen de bedenkingen dat ik enerzijds niet gezien wil worden én langs de andere kant zo snel mogelijk gered wil worden, schakel ik mijn handdoekje wisselend in op ‘strategische plaatsen’ terwijl ik snikkend naar de camera zwaai… Na een tijdje hoor ik plots in het Duits een mededeling door de speakers en ik WEET gewoon dat het over mij gaat. Maar ik begrijp er niets van, dus ik begin gewoon nog harder te huilen en te zwaaien met mijn armen.”
Na veel huilen, zwaaien, schreeuwen en naakt rondlopen, komt er uiteindelijk een medewerker van het wellnesscentrum haar redden. “Hij is de best geklede man die ik ooit zag. Hij heeft echter GEEN handdoek bij voor mij. Hij zegt wat in het Duits, ik ween, hij zucht en doet teken dat ik hem moet volgen. Ik volg en dek nog steeds afwisselend wat af met het handdoekje…”, klinkt het.
Nu blijkt echter dat de énige manier om terug naar het openbare gedeelte van het wellnesscentrum te gaan, via de straat is! “Ik sta angstig en hysterisch op de rand van het voetpad. Hij wijst dat we de hoek om moeten. De enige weg terug is langs de receptie, waar mensen en families staan aan te schuiven buiten het gebouw… Plots overstijg ik mijn lichaam. Een ‘schaamteblackout’. Met opgeheven hoofd volg ik hem langs de straat, langs mensen die hun auto aan het parkeren zijn, voorbij de rij wachtenden. Sommigen zeggen wat en wijzen, maar ik hoor hen niet. Niets kan me deren.”
“Het is druk aan de receptie. Zo druk dat de man moet roepen zodat mensen opzij zouden gaan voor ons. De man legt, denk ik, aan de onthaalmedewerker uit wat er gebeurd is. Dit duurt letterlijk minuten. Een oude dame geeft me een grote handdoek, die de vorm van een kreeft heeft. De scharen rusten op mijn borsten. De receptioniste vraagt naar mijn identiteitskaart. Waar, beste vrienden, waar zou ik in godsnaam mijn identiteitskaart gestoken hebben? De dame aan de receptie zucht en laat me door het draaipoortje gaan.”
Eindelijk terug bij haar toenmalig vriendje… Maar wat blijkt? “Huilend in een handdoek vind ik mijn vriendje terug. Hij heeft het LEF om nors tegen mij te doen omdat hij al een uur aan het wachten was…”, eindigt ze haar verhaal. Stevig!