Voor de kust van de Amerikaanse staat Californië dobbert momenteel een recordaantal olietankers. Samen hebben ze ongeveer twintig miljoen vaten ruwe olie aan boord, genoeg om in twintig procent van de dagelijkse wereldwijde consumptie te voorzien.
Door het instorten van de vraag naar olie zijn opslagplaatsen schaars en kunnen de tankers nergens aanmeren. In een gebied van Long Beach bij Los Angeles tot de baai van San Francisco liggen momenteel 35 tankers, waarvan driekwart olie aan boord heeft en nu al een week voor de kust ligt.
Nooit heeft er een grotere olievoorraad op hetzelfde moment in tankers voor de Amerikaanse westkust gelegen. Verschillende olieproducenten laten de afgeladen olietankers op zee als drijvende opslag dienen.
Door de maatregelen vanwege het coronavirus en de deels tot stilstand gekomen economie is de vraag naar olie fors afgenomen. Maandag werd de prijs van een vat Amerikaanse olie voor levering in mei zelfs negatief.
Dat betekent dat olieconcerns handelaren betaalden om olie af te nemen, om te voorkomen dat de productie in bepaalde olievelden moet worden stilgelegd en extra kosten moeten worden gemaakt. Gisteren was op de beurs een stevig herstel te zien van de olieprijzen.