Een verrassende vondst in het historische heiligdom Tel Arad in Israël. Op een altaar zijn resten gevonden van wiet. Onderzoekers vermoeden dat de cannabis werd verbrand tijdens religieuze rituelen, zodat de gelovigen high werden.
Boven op de twee kalkstenen altaren ontdekten de onderzoekers donker, organisch materiaal. Uit analyse van deze resten blijkt dat op het kleine altaar cannabis werd verbrand. Onder andere de werkzame stoffen THC en CBD werden aangetoond. De cannabis sativa werd vermengd met dierlijke mest om het zo langzaam te laten opbranden. Het grotere altaar werd gebruikt om wierook op te branden.
De onderzoekers schrijven dat de cannabis waarschijnlijk niet werd verbrand voor de geur, maar voor de geestverruimende eigenschappen tijdens religieuze rituelen. Wierook wordt juist wel gebrand voor de aangename geur.
Wereldwijd zijn eerder ontdekkingen gedaan van historisch cannabisgebruik. In China werd het 2500 jaar geleden gebruikt bij begrafenisrituelen. Ook in de westelijke Himalaya, Pakistan, Afrika, Marokko en Brazilië werd cannabis gerookt. Niet alleen om high te worden, maar ook bijvoorbeeld voor pijnstilling bij een bevalling.
Tel Arad werd opgegraven in de jaren 60 van de vorige eeuw. Het historische complex met onder meer een fort was in gebruik van ongeveer 760 tot 715 voor Christus. De archeologische ontdekking ligt zo'n honderd kilometer ten zuiden van Tel Aviv in de Negev-woestijn.
De wiet- en wierookresten op de twee altaars zijn goed bewaard gebleven door de droogte van de woestijn en omdat het complex begraven was.
Foto