Kun je aangeschoten raken van een glas fris, een sandwich of een wafel? Ja, als je het zeldzame auto-brouwerijsyndroom hebt. Huissenaar Willem Aalbers (34) ontdekte dat hij deze ziekte heeft, nadat hij vorig jaar een verkeersongeval veroorzaakte, ogenschijnlijk dronken.

Willem Aalbers had als veroorzaker van een verkeersongeval afgelopen najaar alle schijn tegen. Hij rook naar alcohol. En het alcoholpromillage in zijn bloed was 2.34. Die waarde meet je na meer dan tien glazen bier. Hij beweerde dat hij geen druppel alcohol had gedronken. Vrijwel niemand geloofde hem. Zijn rijbewijs werd ingenomen, hij raakte zijn baan kwijt en kwam in de financiële problemen. En toch had hij gelijk.

Aalbers’ verhaal begint op 28 november 2019, de dag dat hij dronken een verkeersongeval veroorzaakt zonder dat hij een druppel alcohol heeft gedronken. Een halve dag eerder heeft hij nog glansrijk een strenge medische keuring doorstaan. Voor zijn werk als veiligheidsfunctionaris bij spoorwerkzaamheden tijdens storingsdiensten moet hij eens in de drie jaar streng gekeurd worden. ,,Je mag geen fouten maken, er staan mensenlevens op het spel.’’

Na de keuring gaat hij naar huis. In de middaguren doet hij boodschappen en gaat bij zijn ouders in Westervoort langs om een hapje te eten. ,,Ze vinden me stil, een beetje afwezig, maar ze merken niets verontrustends aan me. Ik ben naar mijn appartement in Huissen gereden en toen was er volgens mij nog niets aan de hand. In de avonduren ben ik dus kennelijk weer in de auto gestapt. Daar herinner ik me niets meer van.”

En dan gaat het mis. Getuigen zien hem slingerend rijden over de ir. J. Molsweg in Huissen. Hij raakt hij twee auto’s. Er is forse blikschade, maar niemand raakt gewond. Alleen hij zelf. Hij loopt een hersenschudding op die hem tot op de dag van vandaag parten speelt.

In een ambulance wordt hij naar ziekenhuis Rijnstate gebracht. Zijn gezicht ligt door rondspattende glassplinters ‘helemaal open’. De hersenschudding is het gevolg van een harde klap op het stuur. Uit een bloedtest, enkele uren na de aanrijding afgenomen, blijkt dat de Huissenaar veel te veel gedronken heeft.

Willem Aalbers’ alcoholpromillage bedraagt 2.34. Dat is raar. Bij feesten en partijen is hij vaak de bob. Iedereen in zijn omgeving weet: Willem, een sportschooltype, drinkt niet. ,,Alleen één keer per jaar als we met mijn ouders ’s zomers vakantie vieren op het Griekse eiland Kreta drink ik wel eens wat, en dan nog echt met mate.’’ De Huissenaar weet dat hij slecht tegen drank kan. ‘Vroeger’ werd hij al ‘toeter’ van één of twee glazen malibu-cola.

De laatste tijd heeft Aalbers wel erg veel last van, wat hij noemt, ‘aanvallen’. Dat hij echt laveloos wordt, beseft hij niet. Maar van een maaltijd met ontbijtcrackers kan hij beschonken raken. Naderhand ligt een fikse kater op de loer.

Wat is hier aan de hand? Door een wonderlijke samenloop van omstandigheden wordt beetje bij beetje duidelijk hoe het zit. Na het verkeersongeval wordt Aalbers per abuis aangemeld voor begeleiding door Slachtofferhulp Nederland (SOH). Verdachten van een verkeersmisdrijf komen normaal niet bij SOH binnen.

,,Kennelijk was het alcoholpromillage nog niet bij de politie bekend toen de zaak doorgezet werd naar onze organisatie’’, zegt Ilse van der Maesen uit Oosterbeek. Zij is medewerker algemene dienstverlening van de locatie Arnhem van Slachtofferhulp Nederland.

Van der Maesen zegt dat ze haar werk moet stoppen als Aalbers na tien minuten zegt dat hij na het ongeval op alcohol is getest en een alcoholpromillage van 2.34 in zijn bloed had. ,,Ik heb toen onmiddellijk aangegeven, dat ‘ik daar dus helemaal niet mocht zijn’. Toen zei Willem: ‘maar ik héb helemaal niet gedronken’.”

Van der Maesen besluit te blijven en neemt met Aalbers de dag door. ,,Hoewel medewerkers van Slachtofferhulp niet aan waarheidsvinding doen of hóeven te doen, heb ik toch behoorlijk dóórgevraagd over dat niet-alcoholgebruik op die dag. Willem bleef rustig, correct, ietwat geláten maar éven consequent aangeven dat hij niet gedronken had.

Na ongeveer een uur groeide de overtuiging dat hij de waarheid sprak. Ik heb hem recht op de man af gevraagd of hij me toch echt niet voor de gek hield. Op diezelfde rustige, niet dwingende manier, zei hij: ‘geloof het of niet, ik heb niet gedronken die dag’.”

Later in een e-mail doet ze nogmaals een appel op de Huissenaar. Ze schrijft: ‘Ik kan me vergissen, want helaas, ze bestáán, de alcoholisten/pathologische leugenaars, waar vrijwel iedereen intrapt en dan maak ik dus een inschattingsfout... Maar, ik vertrouw liever op mijn intuïtie én op jouw woorden. Stel me niet teleur, hè!’

Van der Maesen gaat googelen en zoekt naar artikelen over mensen die in hun lichaam alcohol aanmaken. En ze vindt ze. ,,Ik vond stukken over het auto brewery syndrome. Wat beschreven werd, zou een verklaring kunnen zijn van wat Willem was overkomen. Ook Willem herkende zich in de symptomen.”

Van der Maesen legt de zaak voor aan Jaap Mol, haar buurman en gepensioneerd internist van ziekenhuis Rijnstate in Arnhem. Hij heeft zijn twijfels, maar gaat toch bij Aalbers op bezoek. Ook bij Mol verdwijnt gaandeweg de scepsis.

Hij legt de zaak voor aan een van zijn fietsmaten, Chris Mulder, oud-collega in Rijnstate en emeritus hoogleraar maag-, darm- en leverziekten aan het academisch ziekenhuis VUmc in Amsterdam.

Dan komt de zaak aan het rollen. Mulder had kort daarvoor met de Leidse specialist Maarten Tushuizen gebrainstormd over precies deze kwestie. Beiden vroegen zich af hoeveel endogene alcoholslachtoffers (mensen die lichaamseigen alcohol aanmaken) in Nederland zouden kunnen rondlopen? Ze kenden het fenomeen, maar in Nederland hadden ze nog nooit een patiënt met het auto-brouwerijsyndroom gezien.

Ik was met stomheid geslagen toen ik over de situatie van Willem hoorde. En het is geniaal dat Ilse dit syndroom bij Willem op het spoor is gekomen door te googelen

Chris Mulder, emeritus hoogleraar maag-, darm- en leverziekten
Mulder: ,,Ik was met stomheid geslagen toen ik over de situatie van Willem hoorde. En het is geniaal dat Ilse dit syndroom bij Willem op het spoor is gekomen door te googelen.”

De specialisten besluiten Aalbers aan een onderzoek te onderwerpen in het Leids Universitair Medisch Centrum. Op vrijdag 17 juli geven ze hem op een lege maag een halve liter glucosewater te drinken. Al na een paar uur stijgt het alcoholgehalte in Aalbers’ bloed.

Rond 12.45 uur is het al 0,7 promille (vergelijkbaar met ruim vier glazen bier), en het alcoholniveau blijft maar stijgen. En diezelfde avond had Aalbers al een alcoholpromillage van 1,2 bereikt. Dat is meer dan twee keer de maximale hoeveelheid alcohol die een weggebruiker in zijn bloed mag hebben.

Het is duidelijk: de Huissenaar is inderdaad de eerste Nederlander bij wie het auto brewery syndrome wordt vastgesteld. Uit het onderzoek blijkt ook dat in zijn ontlasting de alcohol producerende bacterie klebsiella pneumoniae zit. Dat is waarschijnlijk de veroorzaker van alle ellende.

Aalbers is opgelucht. ,,Het klinkt misschien vreemd, maar ik ben heel erg blij met de diagnose: auto-brouwerijsyndroom. Het voelt als een bevrijding. Eindelijk is aangetoond wat er aan de hand is. Ik ben door een diep dal gegaan, weinig mensen hebben mijn verhaal geloofd. Chantal, mijn vriendin, heeft me al die tijd gesteund. Daar ben ik haar dankbaar voor. Ik ben niet boos op de mensen die twijfelden aan mijn verhaal. Als je mij dit, voorafgaand aan wat ik nu weet, had verteld dan had ik ook gedacht: ja, natuurlijk, dag!’’

Mulder kan geen schatting geven van het aantal mensen met het auto-brouwerijsyndroom in Nederland. ,,Dat kunnen er honderden, maar misschien wel duizenden zijn. Daar valt alleen op basis van wetenschappelijk onderzoek wat zinnigs over te zeggen.’’

De volgende vraag is nu, aldus emeritus-hoogleraar Mulder, hoe moet de Huissenaar worden behandeld? Als eerste met een koolhydraatarm dieet, want koolhydraten worden door het lichaam omgezet in suikers en vervolgens in ethanol (alcohol).

Mulder: ,,Daarnaast staan we voor vragen als: welke antibiotica gaan we geven? Of komt hij in aanmerking voor poepdonatie via de in 2016 opgerichte Nederlandse Donor Feces Bank in het Leids Universitair Medisch Centrum? Dat zou volgens de geldende protocollen wellicht kunnen.’’

Het gaat dan om een zogenoemde poeptransplantatie. Mensen met ernstige darmaandoeningen, zoals pseudomembraneuze colitis, krijgen indien nodig ontlasting van een donor met gezonde darmflora toegediend om weer een normale spijsvertering op gang te krijgen. De gedoneerde poep gaat via een slangetje in de neus naar de darmen.

Aalbers wil deze behandeling graag ondergaan. ,,Ik grijp alles aan om beter te worden.’’ Hij heeft geen moeite met een koolhydraatarm dieet, dus zonder pasta’s, noedels, rijst en brood. Ook suikerhoudende frisdranken als sinas en cola kan hij prima laten staan. ,,Daar hou ik toch al niet van’’, aldus Aalbers, die al op voorhand aangeeft zich strikt te zullen houden aan elk behandelvoorschrift. Dat laat onverlet dat hij toch geregeld beneveld raakt van verborgen suikers in producten, waarvan hij dacht dat ze veilig waren.

De Huissenaar wil het liefst zijn leven weer zo snel mogelijk op orde krijgen, maar dat is nog een hele opgave. Hij heeft geen rijbewijs meer, is zijn baan kwijt en verkeert door het verkeersongeval in financiële problemen. Hij krijgt sinds 1 juli een WW-uitkering, maar heeft zes maanden zonder salaris gezeten.

Zonder Chantal, mijn ouders en Ilse van der Maesen van Slachtof­fer­hulp Nederland had ik het niet gered

Zijn werkgever had zijn loon stopgezet, omdat hij het ongeluk aan zichzelf te wijten zou hebben. Ten onrechte blijkt nu. Aalbers heeft met zijn voormalige werkgever bijvoorbeeld een schikking moeten treffen omdat hij ‘onder invloed van alcohol’ een leaseauto van de zaak in de prak heeft gereden. Schade: ruim 23.000 mille. Die rekening is vereffend, maar intussen heeft Aalbers wel een hypothecaire schuld opgelopen. Dankzij een regeling met de bank kon hij voorkomen dat hij zijn appartement moest verkopen.

Aalbers: ,,Voor het eerst in zeventien jaar ben ik werkloos. En nu moet ik gaan solliciteren om weer aan de bak te komen.’’ Sinds kort is hij huisman en ‘bonuspapa van Chelsea’, de dochter van zijn vriendin Chantal die onlangs bij hem is komen wonen. Chantal heeft gelukkig wel werk. ,,Zij is mijn reddingsboei. Mijn steun en toeverlaat. Zonder haar, mijn ouders en Ilse van der Maesen van Slachtofferhulp Nederland had ik het niet gered.’’

Binnenkort moet de Huissenaar bij de politierechter in Arnhem voorkomen als verdachte van rijden onder invloed. Met de diagnose brouwerijziekte in de hand hoopt hij op een voor hem gunstige gerechtelijke uitspraak. ,,Ik wil weer aan het werk en mijn rijbewijs terug.’’