EINDHOVEN - Het gaat welgeteld om 85 eurocent. 85 cent die volgens een inwoner van Eindhoven hem jaren terug zijn onthouden door de gemeente. In een ultieme poging om alsnog het bedrag op zijn bankrekening gestort te krijgen, stapt hij naar de Hoge Raad.
Dat laatste zit ook het Gerechtshof niet lekker. In de uitspraak zegt het hof het te betreuren dat de man de kwestie aan twee gerechtelijke instanties heeft voorgelegd, terwijl het gaat om zo'n marginaal bedrag. Zeker in deze tijd waar rechters onder hoogspanning moeten werken om alle zaken op tijd verwerkt te krijgen.
De langslepende juridische kwestie begint in 2015, als de Eindhovenaar een aanslag voor de gemeentelijke belastingen op zijn deurmat vindt. Hij is het niet eens met de hoogte van de aanslag, tekent bezwaar aan en vraagt tevens uitstel aan, hetgeen wordt goedgekeurd door de gemeente. Dan gaat het mis: de man is te laat met betalen en er wordt ‘invorderingsrente’ in rekening gebracht. De berekening van die rente blijkt later de angel in dit dossier te worden.
In 2017 krijgt de Eindhovenaar 31,15 euro op zijn rekening teruggestort. Reden: de rente is verkeerd berekend en de gemeente betaalt het teveel netjes terug. Dat valt echter in verkeerde aarde. Volgens de berekening van de Eindhovenaar zelf heeft hij recht op 85 cent meer, namelijk 32 euro. Hij tekent opnieuw bezwaar aan.
De soap van 85 cent bereikt haast een hoogtepunt als de gemeente even later haar fout schoorvoetend toegeeft: er is inderdaad verkeerd gerekend. De man had geen 31,15 euro moeten krijgen, maar slechts 16 euro. Het teveel aan hem teruggestorte geld -15,15 euro- wordt hem evenwel kwijtgescholden.
Zand erover, zaak opgelost, zestien euro extra in the pocket? Nee dus. De man houdt voet bij stuk en stapt naar de rechtbank. Want hoe je het ook wendt of keert: de berekening van de rente deugt niet. Vindt de man.
Maar de rechter denkt er anders over. De Eindhovenaar haalt bakzeil bij de rechtbank. En dus gaat hij in beroep bij de Belastingkamer van het Gerechtshof. Die komt met een opmerkelijke uitspraak. Het beroep wordt gegrond verklaard, want de berekeningen bleken inderdaad niet te kloppen: de man had eigenlijk recht op een bedrag tussen de 16 en 26 euro. Omdat hij in beroep is gegaan hoeft hij niets terug te betalen. Maar hij krijgt er ook geen 85 cent bij. Wat hij wel tegemoet mag zien? De vergoeding van de gemaakte proceskosten: 525 euro voor twee procedures.