Gevaccineerde proefpersonen blijken antistoffen tegen HIV aan te maken. En dat is onwenselijk.

In overleg met de Australische autoriteiten hebben de ontwikkelaars – de University of Queensland en het bedrijf CSL – besloten om het vaccin te vergeten. Ondanks dat het vaccin tijdens de eerste fase van klinisch onderzoek veilig en effectief leek, wordt er geen tweede fase van klinisch onderzoek opgezet. “Dit is een tegenvaller,” vindt professor Sarah Palmer, verbonden aan het Centre for Virus Research aan The Westmead Institute for Medical Research en niet betrokken bij de ontwikkeling van het vaccin.

De onderzoekers kwamen de problemen op het spoor tijdens de eerste fase van klinisch onderzoek waaraan 216 proefpersonen deelnamen. Een deel van de proefpersonen bleek na vaccinatie antistoffen tegen HIV aan te maken. Het is te herleiden naar een HIV-eiwit dat aan het vaccin is toegevoegd om het te stabiliseren. Aangenomen werd dat de kans dat mensen op dit eiwit zouden reageren klein was. Maar een aantal proefpersonen bleek er toch antistoffen tegen aan te maken.

De onderzoekers benadrukken dat het vaccin op geen enkele mogelijkheid een HIV-infectie kan veroorzaken. De proefpersonen hebben het virus dus niet onder de leden, maar maken de antistoffen puur aan in reactie op dat eiwit.

De aanmaak van antistoffen is een probleem, omdat veel tests die gebruikt worden om na te gaan of mensen door het HIV-virus geïnfecteerd zijn, afgaan op antistoffen. Dus de aanwezigheid van antistoffen tegen het HIV-virus leidt tot een positieve test. “Aangezien miljoenen mensen in Australië en wereldwijd dit vaccin zouden hebben kunnen ontvangen, zou dat tot verwarring en angst hebben geleid als mensen positief testen op HIV, zonder dat ze een HIV-infectie hebben,” aldus Sanjaya Senanayake, als expert op het gebied van infectieziekten verbonden aan The Australian National University en niet betrokken bij de ontwikkeling van het betreffende coronavaccin.

Het aanpassen van het vaccin is volgens de onderzoekers onmogelijk, omdat ze dan als het ware 12 maanden terug in de tijd worden geworpen. Daarom is dan ook besloten om het vaccin te laten varen. “Hoewel het teleurstellend is dat een Australisch kandidaat-vaccin van tafel is geveegd, is het niet verrassend dat één van de vele COVID-19-vaccins gefaald heeft,” benadrukt Senanayake. “Over het algemeen haalt ongeveer 90 procent van de vaccins de markt nooit.” Volgens hem herinnert het terugtrekken van het vaccin ons aan “de realiteit van vaccinontwikkeling”. En die realiteit is dat slechts een deel van de vaccins die nu ontwikkeld worden, de eindstreep zal halen.

“Hoewel het misschien contra-intuïtief lijkt, is dit vanuit een ethisch oogpunt een succes,” zo voegt dr. Diego Silva, verbonden aan de University of Sydney School of Public Health, toe. “De wetenschap kan niet alleen maar positieve resultaten voortbrengen; negatieve resultaten zullen en moeten er ook zijn. Negatieve resultaten zijn in de wetenschap net zo belangrijk als de successen, aangezien ze ook onderdeel zijn van het bewijsmateriaal waar toekomstig onderzoek op gestoeld is.” Professor David Tscharke, expert op het gebied van immunologie en infectieziekten aan de Australian National University onderschrijft dat. “Dit verhaal zal door velen gezien worden als een mislukking, maar het is in feite een live demonstratie van hoe wetenschap werkt.”

Hoewel het Australische vaccin niet langer doorontwikkeld en getest wordt, blijven de onderzoekers de 216 proefpersonen die het vaccin reeds ontvangen hebben, wel volgen. Zo wordt er onder meer gekeken hoelang de antistoffen die de proefpersonen dankzij het vaccin tegen SARS-CoV-2 hebben aangemaakt, standhouden. Want het vaccin mag in de strijd tegen het coronavirus dan niet het verschil kunnen maken; de technologie erachter is nog steeds veelbelovend en kan wellicht in de toekomst – met wat aanpassingen – gebruikt worden om andere ziektes te bestrijden.