De explosief gestegen vraag naar balsahout voor de wieken van windmolens veroorzaakt een run op balsabomen in Ecuador, waarbij uniek natuurgebied wordt leeggeplukt. 'Er is nu zoveel gekapt dat er nauwelijks nog bomen over zijn.'
Normaal gesproken komt het balsahout voor de wieken van plantages, maar nu steeg de vraag plotseling explosief.
Er ontstond een run op de bomen die in het wild voorkomen, inclusief die in het beschermde Amazoneregenwoud.
'Eind 2019 is het begonnen', zegt María Belén Páez. 'Plotseling doken er mensen uit het westen van Ecuador op in het Amazonegebied, op zoek naar balsahout. Deze handelaren boden de lokale, inheemse bevolking geld per gekapte boom. Eerst twee dollar, maar het hout werd steeds gewilder. De prijs ging uiteindelijk naar veertig dollar per boomstam', zegt Páez, directeur van de Fundación Pachamama (Moeder Aarde), een Ecuadoriaanse organisatie die zich inzet voor de belangen van de inheemse bevolking en natuur.
$40 (€34) is veel geld in een gebied waar nauwelijks bronnen van inkomsten zijn. Er ontstond een ongekende stormloop op de balsabomen. Die zijn in het regenwoud vooral aan de oever van de rivier en op eilandjes te vinden, want daar is veel zonlicht. 'Er is nu zoveel gekapt dat er nauwelijks nog bomen over zijn', zegt Páez.
De oorzaak van de plotselinge stormloop op balsa ligt, ironisch genoeg, in de wereldwijde transitie naar duurzame en schone energie. Om de uitstoot van CO2 en de opwarming van de aarde tegen te gaan, worden er wereldwijd steeds meer windturbines geplaatst. En de wieken van die windmolens zijn deels gemaakt van balsahout.
Het hout is licht en sterk, en kan de belasting van de wind goed aan. Vanaf de buitenkant is het hout niet zichtbaar. Het bevindt zich aan de binnenkant, aan de buitenkant zijn alleen kunststoffen te zien. Het geheel vormt een composiet, een materiaal dat uit verschillende componenten is opgebouwd.
Ecuador is met afstand de belangrijkste leverancier van balsahout ter wereld. Normaal gesproken is het meeste hout afkomstig van plantages. De bomen groeien snel en worden doorgaans na vijf tot zeven jaar al 'geoogst'. Dat is snel, maar niet snel genoeg om de heel snelle toename van de vraag op te vangen. Ruim een jaar geleden ontstonden er tekorten en schoten de prijzen omhoog.
Voor de oorzaak van die plotselinge extra vraag wordt vooral naar China gewezen. In dat land werden vorig jaar in een recordtempo windmolenparken gebouwd. Dat had te maken met een subsidie, waarvan vorig jaar voor het laatst geprofiteerd kon worden. De subsidie bestaat nu dus niet meer, maar de wereldwijde omschakeling naar duurzame energie zal naar verwachting doorzetten en daarmee de vraag naar windturbines.
Foto