Ze worden ook wel vliegende ratten genoemd: duiven hebben niet bepaald een goed imago. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht hopen daar met nieuw onderzoek verandering in te brengen.
Je ziet 'm overal, maar toch is er nog weinig bekend over de stadsduif. Daarom start de Universiteit Utrecht onderzoek naar de vogel. "We willen de exacte aantallen en de verspreiding van de duif in kaart brengen", vertelt wetenschapper Vivian Goerlich van de Faculteit Diergeneeskunde aan EditieNL.
Naar schatting zijn er zo'n 40.000 stadsduiven in Nederland. Veel mensen ergeren zich eraan, weet Goerlich. "Zij ervaren overlast van de vogels en hun ontlasting." Uit het onderzoek moet blijken hoe groot die overlast echt is.
Onder sommige mensen heerst de angst dat duiven ziektes overdragen. "Maar die kans is niet groter dan bij andere dieren. Het aantal ziekteverwekkers dat ze overdragen aan de mens is heel klein. We vinden dieren die van afval leven al snel vies, maar het valt reuze mee."
Onze mening over duiven hangt sterk af van de context, merkt ze. "Als het huisdieren zijn vinden we ze leuk, in het onderzoek vinden we ze nuttig en op straat vinden we ze vies. Ik hoop dat dit onderzoek leidt tot een beter imago, en dat we een duurzame manier vinden om samen te leven met de duif."
De stadsduif stamt af van de Europese rotsduif, weet stadsecoloog André de Baerdemaeker van Bureau Stadsnatuur Rotterdam. "Dat is een duif uit berggebieden. Hij is door de Romeinen meegenomen hiernaartoe."
De hoge gebouwen die hier werden gebouwd, bevielen de duif wel. "Daarom is hij gebleven. De duiven die je nu in de stad ziet zijn wel vaak de kneusjes die een halve poot missen of ijzerdraad tussen hun vleugels hebben."
Ratten en duiven hebben beide meegelift op de verspreiding van de mens. "Ze volgen ons, want wij laten afval en eten voor ze achter."
De Baerdemaeker heeft veel respect voor de duif. "Ik bewonder de stadsduif om zijn veerkracht en standvastigheid, ondanks alles wat mensen met ze uitspoken. Ze overleven in een van de moeilijkste milieus ter wereld. Er zijn weinig diersoorten die het zo goed doen in stedelijk gebied. Juist dit is wat natuur is: in moeilijke omstandigheden toch nog een bestaan weten te vinden."
Ook het uiterlijk van de duif staat hem aan. "Het is een mooie vogel, met z'n metaalgroene glans. En ze doen geen vlieg kwaad."
Uit onderzoek van Universiteit Utrecht in 2018 naar de duivenpopulaties in de stadscentra blijkt dat Amsterdam per oppervlakte de meeste duiven telt. De hoofdstad telt 190 stadsduiven per vierkante kilometer. In Rotterdam zijn dat er 85. Utrecht heeft 37 stadsduiven per vierkante kilometer.
De stadsecoloog vindt het dan ook tijd om het imago van de vogel te verbeteren. "Kijk om te beginnen eens rustig wat de duif doet. Ze leven hun hele leven parallel aan het onze. Ze willen hetzelfde als wij: rustig, gelukkig en veilig leven. Bovendien verrijken ze de stad. We moeten beter nadenken over hoe we op een vreedzame manier met ze kunnen samenleven."