Het is oppassen geblazen voor hondenbezitters in de gemeente Twenterand. Zij komen niet meer weg met een smoesje als ze de uitwerpselen van hun viervoeter niet opruimen. Boa's gaan daar tegenwoordig op pad met warmtecamera's om te kunnen bewijzen dat een hondendrol nog vers is. Op die manier kunnen ze de overtreders op heterdaad betrappen.
"Nee hoor, deze drol is niet van mijn hond." Boa's in de gemeente Twenterand krijgen vaak te maken met smoesjes als zij hondenbezitters aanspreken op de poep die ze aantreffen. "Vervolgens kan de boa weinig, want hoe bewijs je dat de betreffende drol toch echt van die hond was?", zegt Arjen Maat, communicatieadviseur van de gemeente, tegen EditieNL.
Daarom kwamen de boa's vorig jaar met een opvallend verzoek: ze stelden voor om warmtecamera's te gebruiken bij het detecteren van versgelegde hondendrollen. Zo kunnen ze aantonen dat de drol er niet al een kwartier ligt. "Dit soort situaties leverden in het verleden discussies op. De overtreders op heterdaad betrappen is bijna onmogelijk", aldus Maat.
Eind 2020 gaf de gemeente de boa's wat ze wilden: sindsdien zijn ze voorzien van warmtecamera's waarmee ze de hondenpoep tot op honderd meter afstand kunnen detecteren. Het beleid is onderdeel van een breder pakket met maatregelen om de overlast van hondenpoep in de gemeente te verkleinen en lijkt z'n vruchten af te werpen.
Op het achterlaten van hondenpoep staat een boete van 140 euro. "Vorig jaar is er in totaal maar één persoon bekeurd. Dit jaar zijn dat er al vier. Het zijn geen wereldschokkende cijfers, maar we zijn dan ook een kleine gemeente. Het is toch een viervoudiging van de cijfers."