Venezuela schrapt vrijdag zes nullen van de bolivar, de valuta van het land. De maatregel is een reactie op de hyperinflatie in het land, die volgens de Venezolaanse financiële autoriteiten 1743% is ten opzichte van een jaar eerder. Het biljet van 1.000.000 bolivar, dat zo'n $0,23 waard is, wordt vervangen door een munt van 1 bolivar.

Het is de tweede monetaire revisie in Venezuela in drie jaar. In 2018 schrapte de regering van president Nicolas Maduro vanwege de hoge prijzen vijf nullen van het bankbiljet. Tien jaar daarvoor schrapte de inmiddels overleden president Hugo Chavez al drie nullen, met de belofte van eencijferige inflatie. Dat werd niet werd gehaald.

De socialistische regering van Maduro geeft de sancties van de Verenigde Staten de schuld van de inmiddels jaren durende economische crisis in het ooit welvarende Opec-land. Critici leggen de verantwoordelijkheid bij het interventionistische macro-economische beleid van de regering. In 2019 beliep de inflatie in het land 9585%, een stuk minder dan de 130.060% in 2018.

Of de maatregel gaat helpen bij de economische crisis, is nog maar de vraag. Een groot deel van de commerciële transacties in het land wordt met Amerikaanse dollars gedaan. Driekwart van het papiergeld dat circuleert wordt gebruikt voor buskaartjes, meldt persbureau Reuters op basis van bronnen in de bankenwereld.

'De economische onevenwichtigheden in het land zijn zeer acuut en de nullen die vandaag worden verwijderd, zullen binnenkort terugkeren', zei econoom Jose Manuel Puente tegen Reuters. 'De reconversie zal macro-economisch gezien geen impact hebben.'

Banken hebben inmiddels al nieuwe bankbiljetten — met minder nullen — ontvangen. Deze zullen enige tijd naast de biljetten van 500.000 en 1.000.000 bolivar bestaan.
Foto