Een 62-jarige werknemer van een automatiseringsafdeling is zijn baan kwijtgeraakt, omdat hij een receptioniste probeerde te kussen. De man eiste ruim een kwart miljoen euro aan ontslagvergoedingen, maar de kantonrechter veegt die eis van tafel.
De man werkte sinds 1982 als it-medewerker van de onderneming, waarvan de naam geanonimiseerd is in het vonnis. Op 25 mei deed hij een poging om de receptioniste van het bedrijf te zoenen. Zij stapte daarop hevig geëmotioneerd naar haar werkgever.
Tijdens een gesprek met personeelszaken bevestigde de man dat hij de receptioniste had proberen te kussen. Volgens hem had hij de vrouw gesproken op de weg naar buiten, en had hij haar ter afscheid een zoen op de wang willen geven.
De receptioniste stelde echter dat de man haar op de mond had willen kussen. Ook verklaarde zij dat hij met zijn poging was doorgegaan, nadat zij door het afwenden en bedekken van haar gezicht te kennen had gegeven dat zij daar niet van gediend was. De kus was uiteindelijk in haar haar beland.
Ook gaf de vrouw aan zich bedreigd te hebben gevoeld, te meer omdat er verder niemand in het pand aanwezig was.
De werkgever ontsloeg de man op staande voet, omdat hij door zijn zoenpoging een onveilige werkomgeving voor de receptioniste zou hebben gecreëerd. Ook wees het bedrijf erop dat hij daarmee de anti-coronaregels had overtreden.
Door het ontslag op staande voet verloor de man niet alleen zijn baan, maar ook zijn recht op een ww-uitkering.
De werknemer stapte vervolgens naar de rechter, waar hij stelde dat zijn werkgever hem veel te streng had gestraft.
Volgens de man is zijn verklaring over het incident verdraaid, en is hij daardoor onterecht beschuldigd. Volgens hem had zijn werkgever moeten volstaan met een berisping of schorsing, mede gezien zijn lange en verder onberispelijke dienstverband van 39 jaar en het feit dat zijn pensioen in zicht was.
De man legde zich erbij neer dat hij zijn baan kwijt was, maar eiste wegens onterecht ontslag wel vertrekpremies en schadevergoedingen van in totaal ruim 267.000 euro.
De zoenlustige werknemer ving niet alleen bot bij de receptioniste, maar ook bij de kantonrechter in Utrecht, blijkt uit een vrijdag openbaar geworden uitspraak.
De kantonrechter erkent weliswaar dat het ontslag op staande voet gezien de omstandigheden van de man een harde straf is, maar oordeelt toch dat de maatregel terecht was.
"Hoe goed de staat van dienst van hem ook was en hoe moeilijk de consequentie van een ontslag aan de vooravond van het pensioen ook is, deze omstandigheden kunnen zijn handelen in dit geval niet rechtvaardigen", aldus de rechter.
Of hij de vrouw nu op de mond of de wang had willen zoenen, doet volgens de rechter niet ter zake. Omdat het bedrijf de man terecht op staande voet ontsloeg, heeft hij geen recht op de geëiste ontslag- en schadevergoedingen.
Advocaat Catharina Mens van de werknemer laat weten dat de werknemer in hoger beroep gaat. "Hij is het totaal niet eens met het ontslag en de uitspraak. Hij wilde een vriendschappelijke afscheidszoen geven. Deze uitspraak heeft zeer verstrekkende gevolgen, zoals het mislopen van zijn transitievergoeding en recht op ww."
De werkgever en de advocaat van het bedrijf waren vandaag nog niet bereikbaar voor een toelichting.