Opnieuw een winter met een (avond)lockdown, anderhalvemetermaatregel en een beperking op het aantal bezoekers dat men thuis mag ontvangen. De frustratie over aangekondigde coronamaatregelen loopt na elke persconferentie weer op. Ondernemers die manieren aanbieden om uiting te geven aan (corona)teleurstelling en -frustratie zien hun populariteit toenemen, en spelen op die vraag in.
"Last van coronastress? Frustraties over de lockdown of de avondklok? Laat het beest in je los en vernietig alles in de kamer", staat op de website van een van de 'sloopkamers' van Nederland. Tegen betaling kunnen bezoekers in een veilige omgeving servies tegen de muur gooien of met een hamer of hakbijl de boel kort en klein slaan.
Het fenomeen 'woedekamer' of 'sloopkamer' waaide in 2016 al vanuit Japan en Amerika over naar Nederland, maar is de laatste tijd steeds meer in trek, merkt onder meer Sandor van den Brand, eigenaar van Dagje uit Breda. "We hebben bijna honderd verschillende activiteiten waar mensen uit kunnen kiezen, maar de Smash Room is absoluut het populairst. We hebben dagelijks zo'n 90 boekingen."
Schreeuwen en krijsen werkt ook prima, volgens zangeres en vocal coach Julie Scott: "Ik zag de laatste persconferentie en toen had ik de behoefte om te krijsen. En ik kan me voorstellen dat ik daarin niet de enige ben", zegt ze in deze video:
Ook de eigenaar van Rage Room Fun, Brian Savelkouls, zag zijn bedrijf opbloeien tijdens de pandemie. Hij zette het op vanuit zijn eigen frustratie. Zijn contract werd niet verlengd vanwege de coronacrisis. "Toen ik die brief las, werd ik zo boos dat ik de koektrommel door de kamer smeet. Dat soort dingen doe ik anders nooit, dus mijn vriendin schrok erg en zei: 'Dat doe je nooit meer thuis'!". En zo was het plan om een ruimte in te richten om daar dingen te slopen, geboren", vertelt Savelkouls.
Vaak wordt gedacht dat het uiten van emoties door te schreeuwen, te huilen of dingen te slopen, bevrijdend werkt. Maar volgens Arie Dijkstra, hoogleraar sociale psychologie aan de Rijks Universiteit Groningen, lost dit op zichzelf geen problemen op. Emoties als boosheid of onmacht kunnen niet aangepakt worden zonder deze eerst te erkennen, meent hij. "Maar we zitten in de pandemie allemaal in hetzelfde schuitje en als je je rot voelt, wil je daar vanaf."
Het is dus niet voor niets dat mensen tegen de zee staan krijsen of samen met een groepje het servies en de servieskast een kopje kleiner willen maken. Volgens Dijkstra is het alleen niet de activiteit zelf die ertoe leidt dat mensen zich opgelucht voelen, maar speelt vooral het groepsproces eromheen een rol. "In een groep ben je ingebed en voel je je krachtiger."
Toch is de dagelijkse ervaring van Savelkouls anders. "Vrijwel iedereen heeft zijn eigen reden om langs te komen", zegt hij. "Mensen komen met verhalen over wat ze niet meer mogen en kunnen door de coronamaatregelen en hoe ze het gevoel hebben dat alles ze wordt ontnomen." Hij haalt een voorbeeld aan van een stel dat bij aankomst liep te 'vloeken en te tieren'. "Maar na afloop kreeg ik van beiden een knuffel. Mensen komen wel degelijk bij hun onderdrukte emoties."
Ook Van den Brand hoort regelmatig dat bezoekers na afloop hun opgekropte frustratie kwijt zijn. "Bezoekers vragen of ze een abonnement kunnen nemen." Bang dat de interesse voor de 'sloopkamers' afneemt als de maatregelen in de toekomst definitief worden afgeschaft, is hij niet. "Frustratie is iets van alle tijden. Maar ik zie zeker een link tussen de coronamaatregelen en de behoefte om gezellig met elkaar dingen te slopen."
Savelkouls heeft zich gehouden aan de belofte om thuis geen servies meer kapot te gooien. Maar na sluitingstijd maakt hij nog wel eens gebruik van de sloopkamer. "Als er tussen het servies een Chinese Ming-vaas zit, dan is die voor mij."