De spreeuwen die vorige week donderdagmiddag dood neervielen op de A2, maakten een navigatiefout. Dat concludeert wetenschapper Erwin Kompanje in dagblad Trouw. "Ze kunnen zich vergissen. Dat gebeurt in de natuur."
Om de dode vogels van de weg te kunnen halen moest Rijkswaterstaat drie rijbanen afsluiten. Automobilisten liepen daardoor tot meer dan drie kwartier vertraging op.
Omdat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) moest onderzoeken of de vogels besmet waren met de vogelgriep, duurde het uren voordat de weg weer werd vrijgegeven. Maar, vertelt Kompanje, spreeuwen kunnen niet besmet raken met die ziekte. "Vogelgriep komt voor bij watervogels, niet bij spreeuwen", vertelt hij aan de krant.
Volgens Kompanje raakten de vogels gedesorienteerd, mogelijk omdat ze ergens van schrokken. "Een groep vogels die massaal te pletter valt, gebeurt nou eenmaal zo nu en dan en het gebeurt overal ter wereld."
"Ze kunnen zich vergissen", vertelt Kompanje. "Dat gebeurt in de natuur. Ik zag laatst een aalscholver die kennelijk het natte wegdek aanzag voor water. Die probeerde te landen maar sloeg een paar keer over de kop. Ook dat is een inschattingsfout."