Het kunnen combineren van op kantoor en thuiswerken is tijdens de coronapandemie voor veel werknemers een cruciale arbeidsvoorwaarde geworden.

Een op de drie Nederlandse werknemers geeft aan te veranderen van baan als hun werkgever hen verplicht om volledig terug naar kantoor te gaan. 85 procent van de werknemers wil bovendien niet dat de baas bepaalt op welke dagen zij naar kantoor moeten komen, dat willen zij zelf beslissen. Dat blijkt uit de Monitor Hybride Werken van KPN die vrijdag verschijnt.

Hybride werken lijkt daarmee een blijvertje. Na twee jaar grotendeels thuiswerken zegt 93 procent van de ondervraagde werknemers een goede balans te hebben gevonden tussen werken vanuit huis en werken op kantoor. Al heeft een kwart van hen de werkplek thuis nog steeds niet in orde. Er is bijvoorbeeld geen goede stoel, verstelbaar bureau, geen tweede beeldscherm of zelfs geen aparte ruimte. Bij driekwart van de werknemers is de thuisplek wel goed in orde.

Meer dan de helft van de werknemers heeft afspraken gemaakt met de werkgever over het minimaal aantal dagen op kantoor en over welke werkzaamheden daar moeten worden gedaan. Voor bijna 40 procent geldt dat nog niet. KPN-bestuurder Marieke Snoep adviseert dat wel te doen: “Ga in gesprek met elkaar en maak afspraken over wanneer, waar én waarvoor je elkaar op kantoor wilt ontmoeten. Dat leidt naar de ideale hybride werkweek voor elk team en individu.”

Inmiddels gaat twee derde van het kantoorpersoneel weer twee of drie dagen per week naar de werkplek toe. Een klein groepje zelfs al vier dagen. Maandag, dinsdag en donderdag zijn de populairste dagen. Bijna driekwart vindt het wel erg druk op het werk. Ze moeten wennen aan al die pratende en bewegende mensen om zich heen.

Ongeveer de helft stoort zich aan collega’s die gesprekken voeren via online videoverbindingen. Snoep: “Bouw het daarom ook rustig op, voor veel mensen is de overgang van veel thuiswerken naar weer meer op kantoor, een grote stap.” De KPN-manager zegt ook: “We hebben een doel nodig om naar kantoor te gaan, niet alleen een afspraak. Belangrijk is dus te bepalen wat we gaan doen op kantoor en hoe het er daar uit moet zien.”

Hybride vergaderen, waarbij deelnemers zowel vanuit kantoor als thuis deelnemen, gaat steeds beter. Bedrijven beschikken vaker over vergaderzalen en videoapparatuur om dit goed mogelijk te maken. Inmiddels is dat op 65 procent van de werkplekken goed geregeld. Het aantal werknemers dat last heeft van rommelige en onprettige vergaderingen door een slechte internetverbinding is met 53 procent nog steeds hoog.

Ondanks de positieve ervaringen met het combineren van thuiswerken en naar kantoor gaan, vreest een op de vier werknemers dat hybride werken over een tijdje helemaal verdwenen is en alles weer wordt zoals voor corona. Dat zou voor een grote groep vervelend zijn, want bijna 40 procent geeft aan het eigenlijk niet nodig te vinden om naar kantoor te gaan. Zij voelen zich hier min of meer toe gedwongen omdat andere collega’s wel op kantoor aanwezig zijn.