Nederland is een seculier land met slinkende religieuze minderheden. De ontkerkelijking wordt niet opgevangen door spirituelen, zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Er worden ook door buitenkerkelijken volop kaarsjes gebrand en yoga blijft populair. Maar om zichzelf nou spiritueel te noemen, dat doen steeds minder mensen.
Net als in andere West-Europese landen beleefde de spiritualiteit in Nederland sinds de jaren tachtig een enorme opmars, constateren onderzoekers van het Sociaal en Cultureel Planbureau in het rapport Buiten kerk en moskee, dat het SCP donderdag publiceert. Europees onderzoek laat zien dat sinds de piek in 2000 ‘het geloof in levensgeest of levenskracht’ afneemt, zoals spiritualiteit wordt omschreven, van de helft van de mensen naar circa veertig procent.
In een volgens het SCP representatieve enquête onder 4000 mensen geeft 16 procent van de ondervraagden in Nederland aan dat ‘spiritueel’ het best bij hun levensinstelling past. Ze zijn gericht op persoonlijk groei, gaan er vaak vanuit dat er een hogere macht is, en hebben een holistische kijk, en ze voelen zich onderdeel van een geheel.
Hoewel spiritualiteit zich volgens de onderzoekers niet ontwikkelt tot een nieuwe religie, scharen ze de spirituelen wel onder gelovigen.
Een derde van alle ondervraagden is religieus, samen met de spirituelen is dat net iets minder dan de helft. Meer dan de helft is atheïst of agnost, reden waarom de onderzoekers Nederland kenschetsen als een seculier land, met een overwegend ongelovige bevolking. Op basis van dit nieuwe onderzoek noemen ze Nederland naast niet erg gelovig, ook ‘niet bijster spiritueel’.
Die typering wil níet zeggen dat de animo voor spirituele activiteiten terugloopt. Sterker, vergeleken met het onderzoek God in Nederland (2015) branden iets meer mensen weleens een kaarsje, (van 47 naar 53 procent), en is er een hele lichte groei bij yoga en meditatie. Nu doet respectievelijk 15 en 18 procent dat, eerder was dat 13 en 16.
Die zeer bescheiden toename kan volgens SCP-onderzoeker Willem Huijnk heel goed samengaan met afname van de mensen die gelabeld willen worden als spiritueel: “Je hoeft niet per se spiritueel te zijn om aan yoga te doen.” Hij wijst er bovendien op dat het geloof in sterrenbeelden, amuletten en dergelijke stabiliseert.
Spirituelen zijn gemiddeld genomen vaker vrouw dan man, vaak gescheiden, ze wonen in de stad en zijn door de bank genomen hoger opgeleid dan de rest van de bevolking. Gemiddeld zijn ze iets jonger dan kerkleden, van wie meer dan een derde boven de 65 is.
De aanwas van jonge spirituelen stokt. Dat komt naar het oordeel van de onderzoekers doordat spiritualiteit vooral aantrekkingskracht heeft op mensen die religieus zijn opgevoed. Nu de kerken al jaren leger worden, daalt simpelweg het aantal mensen dat het geloof van huis uit mee heeft gekregen en daarmee ook de gevoeligheid voor spiritualiteit.
Het einde van de ontkerkelijking is niet in zicht. Eerder concludeerde het SCP al dat buitenkerkelijkheid vaker aan de kinderen wordt doorgegeven dan het christelijk geloof. Bij moslims ligt dat anders: islamitische ouders zijn volgens hen beter in staat het geloof over te brengen aan hun kinderen.
Het rapport Buiten kerk en moskee is het laatste in een drieluik van het SCP over religie in een pluriforme samenleving. De onderzoekers besluiten de studie met een beschouwing over de gevolgen van secularisatie voor mens en samenleving.