Onderzoekers wereldwijd stonden te juichen toen David Bennett als eerste een varkenshart kreeg. Nu zegt de chirurg dat een veelvoorkomend en over het hoofd gezien virus zijn patiënt twee maanden later waarschijnlijk gedood heeft. Dat pleit de wetenschap achter de transplantatie vrij, en het kan de weg vrijmaken voor meer mensen met varkensharten.
Onderzoekers wereldwijd stonden te juichen toen David Bennett op 7 januari 2022 de eerste persoon was die zijn zieke hart liet vervangen door een varkenshart.
Hij overleefde de kritieke eerste dagen, maar helaas kwam er een triest einde aan het avontuur toen Bennett twee maanden na de operatie overleed.
Nu heeft het transplantatieteam waarschijnlijk de oorzaak van Bennetts dood gevonden. Hij had een bekend varkensvirus in zijn lichaam, ook al hadden de genetisch gemodificeerde varkens die speciaal voor harttransplantaties gefokt werden op dat virus getest moeten worden.
Als de dood te wijten was aan een fout in het fokken of testen van het donorvarken, kan dat – verrassend genoeg – de weg vrijmaken voor meer varkensharttransplantaties. Want dan is er niets mis met de wetenschap achter de operatie.
Tijdens een webinar voor transplantatiechirurgen in april zei Bartley Griffith, de arts achter Bennets transplantatie, dat ze na de dood van de patiënt het zogeheten porcine cytomegalovirus in zijn hart vonden.
Toen Bennett nog leefde, zagen de artsen al sporen van het virus in de vele geavanceerde bloedtesten die ze afnamen om na te gaan of Bennetts immuunsysteem het nieuwe hart niet zou afstoten.
Maar de artsen reageerden niet op het virus. Het bedrijf Revivicor, dat varkens fokt en genetisch modificeert voor transplantaties, heeft namelijk zijn varkensstapel getest op veelvoorkomende infecties en ziekten. En de artsen vonden slechts een verwaarloosbare infectie in Bennetts hart.
Eerdere proeven tonen aan dat het virus een ernstige hinderpaal is voor transplantaties. Na een experiment waarbij varkensharten bij bavianen werden ingebracht, werden er hoge concentraties van het virus in sommige harten ontdekt.
Waar de besmette harten het slechts enkele weken volhielden, konden de virusvrije harten wel zes maanden blijven kloppen.
De onderzoekers vermoeden dat het virus door de transplantatie op hol is geslagen. Het immuunsysteem van het nieuwe lichaam is slecht voorbereid op het virus, dat zich dus snel kan verspreiden. Dit kan tot hartfalen leiden.
Deskundigen vrezen al lang dat harttransplantaties tussen soorten nieuwe pandemieën kunnen uitlokken als infecties in de vervangen organen nieuwe virussen bevatten die zich van mens tot mens kunnen verspreiden.
Voor de chirurgen achter de ingreep – en de hele medische stand – is het belangrijk om David Bennetts doodsoorzaak met zekerheid vast te stellen.
Als er sprake was van een menselijke fout, zoals het geval lijkt te zijn, is het onderzoek achter de medische doorbraak vrijgepleit.
De grootste zorg vóór de transplantatie was dat Bennetts immuunsysteem het orgaan zou afstoten, zoals bij eerdere proeven het geval was. Als dat gebeurt, valt het immuunsysteem het vreemde orgaan hard aan, waarbij een zogeheten cytokinestorm ontstaat die het lichaam ernstig ziek maakt.
Om zo’n reactie te voorkomen worden de varkens die hun hart moeten afstaan, genetisch gemodificeerd. Dankzij tien veranderingen valt hun hart minder op voor het immuunsysteem in het nieuwe lichaam.
Als het virus dus verantwoordelijk is voor Bennetts dood, hoeven de onderzoekers geen nieuw genprofiel voor de varkens te ontwikkelen en kunnen ze gewoon wachten tot de volgende patiënt klaar is om een varkenshart te ontvangen.