Sinds 1845 verandert het Uithoornse De Kwakel eens per jaar tijdens de Kwakelse kermis in een gekkenhuis. Dorpsbewoners rijden dan in tientallen zelfgebouwde praalwagens in optocht door het dorp. Ook vandaag was het weer zo ver, maar dit jaar is een bijzondere editie. De Kwakelse kermis staat sinds augustus namelijk op de lijst van Immaterieel Erfgoed.

Het feest hoort daar volgens Kwakelaars thuis vanwege de lange traditie die generatie na generatie in leven wordt gehouden. "Mijn vader zat al op de trekker, wij doen al jaren mee en onze kinderen doen ook mee", vertelt Mathijs van der Knaap van kar nummer 25 Koel Blue. "Als kind stond je al te kijken en kon je niet wachten tot je mee mocht doen", herinnert de jonge Kwakelaar Ramon Schaefers zich.

Ook dorpsfotograaf Dirk Plasmeijer is er al jaren bij. Hij is apetrots op de erkenning voor het evenement dat nu mag pronken naast tradities als carnaval, het Bloemencorso en de Pride. Plasmeijer vindt dit meer dan terecht, gezien de lange geschiedenis. "Het begon ooit als oogstfeest", vertelt hij trots. "Vroeger was iedereen hier tuinder of kweker. Begin september kwam de oogst binnen en dan was er geld voor feest."

Het hele dorp loopt uit voor de optocht. Vanaf 7.00 uur 's ochtends klinkt de muziek al door de straten en wordt er bier gedronken. De optocht eindigt in het centrum, waar het feest wordt voortgezet en de prijs voor de mooiste kar wordt uitgereikt.
Foto