Een 54-jarige man heeft zijn baan weer terug met dank aan de kantonrechter. Zijn werkgever stuurde de manager een jaar geleden met toestemming van uitkeringsinstantie UWV de laan uit, maar dat mocht niet. Het levert de man tienduizenden euro's aan achterstallig salaris op.
Het bedrijf had niet hem, maar een collega met dezelfde functie moeten ontslaan, oordeelt de rechter. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerde uitspraak. Om welk bedrijf het gaat, staat niet in het vonnis.
De man was naar de rechter gestapt om te protesteren tegen het verlies van zijn baan, op 1 februari van dit jaar. Hij werkte al sinds oktober 2000 voor het bedrijf als salesmanager. Het bedrijf wilde van hem af vanwege 'bedrijfseconomische redenen' en uitkeringsinstantie UWV gaf daar toestemming voor.
Bedrijven mogen werknemers ontslaan als het slecht gaat in de economie en een bedrijf daardoor in de problemen dreigt te raken. Het UWV moet vervolgens toestemming geven voor het ontslag. Dat is nodig omdat het UWV na het ontslag de ww-uitkering voor zijn rekening neemt.
Volgens de klager, geboren in 1968, was het ontslag helemaal niet in de haak. Er was namelijk een collega in dienst die op het moment van de reorganisatie dezelfde functie had als hij, maar korter in dienst was.
En daarom had de collega ontslagen moeten worden, klaagde de man. De kantonrechter geeft hem gelijk. De collega is namelijk ongeveer even oud, maar hij kwam wel later in dienst. En in dat geval geldt het afspiegelingsbeginsel.
Dat houdt in dat een bedrijf dat een ontslagronde doet daarbij rekening houdt met de samenstelling van het personeelsbestand. Als er functies zijn die min of meer hetzelfde inhoud en dus 'uitwisselbaar' zijn, geldt het principe 'last in, first out'.
Het bedrijf zei dat de functies niet uitwisselbaar zijn, maar daar ging de rechter niet in mee. De functies hadden weliswaar een andere titel, maar vereisten beide leidinggevende kwaliteiten, ervaring met verkopen en het onderhouden van goede relaties met klanten.
De twee managers gaven leiding aan teams van min of meer dezelfde grootte: vier tot vijf personen. En het kan best zijn dat er 'accentverschillen' zijn tussen de twee functies, maar ondanks dat de kantonrechter vroeg wat deze waren kon het bedrijf onvoldoende duidelijk maken wat die waren, aldus het vonnis.
Het bedrijf moet de man dus weer in dienst nemen. Om dit goed te regelen, krijgt het bedrijf een maand de tijd. Daarnaast moet het bedrijf het salaris van de man, inclusief vakantiegeld en andere vergoedingen, met terugwerkende kracht betalen.
Dat levert een flinke smak geld op want op het moment van vertrek verdiende de salesmanager bijna 8000 euro per maand. Hij heeft dus nog ruim 9 maandsalarissen tegoed, een slordige 72.000 euro. Daar komt nog eens 2 procent wettelijke rente overheen en vakantiegeld à 8 procent.
Daarnaast heeft de man recht op bonussen voor een totaalbedrag van ruim 50.000 euro. Het bedrijf moet ook de juridische kosten van ruim 5000 euro betalen. Alles bij elkaar opgeteld zo'n 135.000 euro.
Er is een meevaller voor het bedrijf: de man moet op zijn beurt de ontslagvergoeding die hij kreeg weer terugbetalen. Hoe hoog die was is niet bekend. Volgens de methode die de overheid hanteert voor het berekenen van de zogeheten transitievergoeding gaat het om een bedrag van ruim 60.000 euro. Onderaan de streep heeft de man dus nog ongeveer 75.000 euro tegoed.