In de Verenigde Staten is een voormalig begrafenisondernemer veroordeeld voor twintig jaar gevangenisstraf wegens oplichting van familieleden en overledenen. De 46-jarige vrouw, die voormalig eigenaar was van een uitvaartcentrum in de Amerikaanse staat Colorado, liet 560 lijken ontleden en verkocht de lichaamsdelen zonder toestemming van de nabestaanden.
De vrouw handelde hierbij niet alleen. Haar 69-jarige moeder was verantwoordelijk voor het in stukken hakken van de lichamen en kreeg hiervoor vijftien jaar celstraf toebedeeld.
Rechtbank bezorgd
"Dit is in emotioneel opzicht de meest uitputtende zaak die ik ooit heb meegemaakt", zei de Amerikaanse districtsrechter Christine Arguello tijdens de hoorzitting. "Het baart de rechtbank zorgen dat beklaagde weigert enige verantwoordelijkheid te nemen voor haar gedrag."
De nabestaanden van de toegetakelde overledenen beschreven de schok die ze voelden toen ze hoorden wat er met hun dierbaren was gebeurd.
Zo kwam Erin Smith aan het woord, die erachter kwam dat de schouders, knieën en voeten van haar moeder waren verkocht. "Onze lieve moeder, ze hebben haar in stukken gehakt", zei Smith. "We hebben niet eens een naam voor zo’n gruwelijke misdaad."
In de Verenigde Staten is het niet toegestaan om pezen of organen zoals harten en nieren te verkopen voor transplantatie, omdat ze gedoneerd moeten worden. De verkoop van lichaamsdelen voor gebruik in wetenschappelijk onderzoek of het onderwijs wordt alleen niet door een federale wet gereguleerd.
Schuld door oplichting
Hoewel aan de verkoop van de begrafenisonderneemster en haar moeder niet direct een straf was toe te schrijven, was dit wel aan de oplichting en de leugens waaraan de vrouwen zich schuldig maakten.
Door te liegen over crematies en door lichamen zonder toestemming te ontleden en te verkopen, concludeerde de rechter dat de vrouwen schuldig waren.
Zo bracht het uitvaartcentrum de nabestaanden tot duizend dollar in rekening voor nooit uitgevoerde crematies. Zo'n tweehonderd families ontvingen as van andere kadavers.
De instituten en bedrijven die de ledematen van het uitvaartcentrum kochten, waren niet op de hoogte van de frauduleuze wijze waarop de armen, benen, hoofden en torso's waren verkregen. Dit bleek uit gegevens van de rechtbank.