Het is hommeles in Frankrijk. De regering wil de pensioenleeftijd verhogen, van 62 naar 64, en dat is tegen het zere been van twee derde van de werkende Fransen. Ook in Nederland, waar 65 jaar lange tijd heilig was, stijgt de leeftijd waarop je voor het eerst AOW ontvangt gestaag naar 67 jaar en 3 maanden. Sommige vrouwen in China kunnen al op hun 50ste met pensioen – al is het de vraag of ze daardoor beter af zijn.
In de meeste Europese landen ligt de pensioenleeftijd op 65 jaar, of hoger. Daar zijn natuurlijk uitzonderingen op. In Bulgarije mogen vrouwen al op hun 62ste met pensioen. In Roemenië is dat zelfs 61.
Uitzonderingen de andere kant op zijn er ook. In Denemarken bijvoorbeeld. Daar is de pensioenleeftijd nu 67, maar die gaat de komende jaren omhoog naar 68. Dat geldt ook voor het Verenigd Koninkrijk.
Frankrijk is in dit plaatje duidelijk een van de uitschieters naar beneden. Die (relatief) lage pensioenleeftijd komt wel met een prijskaartje. Frankrijk is zo'n 14 procent van het bbp (dat is wat we met zijn allen in een jaar verdienen) kwijt aan pensioenuitkeringen, blijkt uit data van de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Dat is veel meer dan andere Europese landen. Ter vergelijking, Nederland geeft zo'n 6 procent van het bbp uit aan pensioenen.
Tel daar de oplopende vergrijzing bij op, en de Franse president Emmanuel Macron heeft weinig andere keus dan het verhogen van de pensioenleeftijd.
Neem dan China. De pensioenleeftijd in dat land ligt momenteel tussen de 50 en 55 jaar (voor vrouwen) en 60 jaar (voor mannen). Dat klinkt als een fijne leeftijd om te stoppen met werken, maar de werkelijkheid zit anders in elkaar. "Zeker de mensen die voor de overheid hebben gewerkt, en dat zijn er nogal wat in China, hebben niet genoeg aan een staatspensioen", legt China-correspondent Roland Smid uit.
Een AOW-regeling zoals we in Nederland kennen, bestaat ook wel in China, maar dat zijn geen bedragen waar je van kunt rondkomen. "Sommige mensen op het platteland van China krijgen maandelijks zo'n 200 Chinese yen aan pensioen. Dat is een paar tientjes in euro's, zeker niet riant."
"Er zijn veel mensen in China die laagbetaald werk doen. De pensioenopbouw daarin is minimaal. Veel mensen vervallen dan ook in armoede zodra ze met pensioen gaan. Daarom blijven ook oudere mensen werken, om toch maar iets bij te verdienen. Simpel handmatig werk, garnalen pellen voor een restaurant bijvoorbeeld."
Net als Macron wil de Chinese overheid de pensioenleeftijd de komende jaren ook verhogen om de vergrijzing, het dalende geboortecijfer en het afnemende aantal werkenden te lijf te gaan. Of en hoe dat gaat lukken, is nog de vraag.
In algemene zin kun je zeggen dat de rol van vakbonden in landen als Frankrijk sterker is, zegt Hans van Meerten, hoogleraar Europees Pensioenrecht aan de Universiteit Utrecht. "Dat bemoeilijkt het verhogen van de pensioenleeftijd. Waarom in sommige landen die leeftijd lager ligt, is lastig een vinger achter te krijgen."
Het zou heel goed met die vakbonden te maken kunnen hebben, denkt hij. "Je hoort ook wel dat men in bepaalde landen minder plezier heeft in het werk als zodanig, en daarom vroeger met pensioen wil. Maar dat is moeilijk te meten."
Waar Frankrijk en ook Nederland niet alleen in staan, is het feit dat hun pensioensysteem op de schop gaat. Sterker nog, Nederland is een van de laatste landen ter wereld waar dit gebeurt, zegt Van Meerten. "De oude regelingen, waarin je 70 tot 100 procent van je gemiddelde loon kreeg uitgekeerd als oudedagsvoorziening, verdwijnen overal ter wereld."
Van Meerten vindt het lastig te zeggen wat het beste Europese land is om met pensioen te gaan. "Het is maar net hoe je het bekijkt. In Italië hebben ze een heel andere manier van pensioen opbouwen, daar hebben ze vaak een tweede huis als pensioen. Het belangrijkste is dat je voldoende inkomsten hebt voor je oude dag."
Hij zou het niet gek vinden als er één Europese pensioenleeftijd komt. "Mensen verhuizen steeds vaker over de grens, werken in verschillende lidstaten. Daardoor heb je vaak verschillende pensioenpotjes die op verschillende momenten ingaan. In die zin is het toekomstbestendiger om iedereen op dezelfde leeftijd recht te geven op hun pensioenuitkering."
Hij ziet dat landen steeds vaker onderzoeken of een individuele pensioenopbouw mogelijk is, in plaats van een collectieve, zoals we in Nederland kennen in de vorm van een pensioenfonds. "Zelfs in een land als China, dat toch een vrij rode staat is, denken ze daaraan."