Bij een museumbezoek denk je misschien aan mooie schilderijen of historische beeldhouwwerken. Maar in Museum Jan Cunen in Oss tref je nu kunst van een heel ander kaliber aan: daar worden levende materialen zoals een ontbindende vinger tentoongesteld.
Waarschuwing: Klikken op de volgende link is voor eigen risico: Foto
"We beschouwen iets al snel vies of afval, maar dat is het vaak niet", vertelt persvoorlichter Annemarie Baaijens van Museum Jan Cunen aan Editie NL. Dat is de boodschap die het museum wil overbrengen met de nieuwe tentoonstelling 'Leven en laten leven', bestaande uit levende materialen, ook wel bio-kunst genoemd.
Alles wat afsterft kan iets nieuws opleveren, zo luidt het idee. Zo ook de rottende vinger, waar elektroden in zijn gestopt. "Het ontbindingsproces genereert op die manier energie. Dat is zo oud als de natuur", legt Baaijens uit. "Eigenlijk is er geen verschil met bijvoorbeeld een herfstblaadje dat vergaat. Dat zorgt voor voedingstoffen waar andere organismen weer van kunnen leven."
De vinger is afkomstig van een vriend van kunstenaar Martin uit den Boogaard. "Hij had een ongeluk gehad en zijn middelvinger was niet meer te redden", vertelt Uit den Boogaard aan Editie NL. Hij werkt al langer met lichaamsdelen van overleden mensen of dieren die hij van een patholoog-anatoom krijgt. "Daarom besloot die vriend zijn vinger ook aan mij te doneren."
Normaal gesproken krijg je een geamputeerde vinger alleen niet zomaar mee uit het ziekenhuis. "Die worden normaal naar een verbrandingsoven gebracht." Het voorstel moest daarom eerst langs een ethische commissie. "Die zeiden: als de patiënt geen bezwaar heeft en de chirurg geeft toestemming, dan mag het."
Van den Boogaard merkt dat niet iedereen even enthousiast reageert op zijn bio-kunstwerken. "Deze vorm van kunst ligt heel gevoelig. Iemand die een miskraam heeft gehad vond mijn werk veel te confronterend. Maar kunst moet dingen ter discussie stellen. Het ethische vraagstuk vind ik juist interessant."
Ook Annemarie Baaijens van het museum hoopt dat de tentoonstelling mensen aan het denken zet. "Er zitten gekke gedachtesprongen bij, maar je gaat je wel afvragen: zou het ook zo kunnen werken? En soms is iets wat een heel gek idee lijkt het begin van iets revolutionairs."