Droge rijst als ontbijt, geen douche of verwarming bij temperaturen van -5, en sinds half november niet betaald. Dat is de situatie van de negen bemanningsleden aan boord van de ijsbreker Blue Sky III. Het schip ligt aan de wal in Ridderkerk sinds het werd afgekeurd tijdens een Port State Control. Het schip mag niet vertrekken, tot de Griekse eigenaar voor een nieuw certificaat heeft gezorgd.
Aswin Noordermeer, inspecteur van de internationale transportvakbond ITF, is een van de mensen die zich het lot van de ploeg aantrekt. Hij is vandaag opnieuw aan boord om de situatie in ogenschouw te nemen en met de mannen te praten. Dat laatste valt nog niet mee, want het merendeel van de bemanningsleden (zes uit Myanmar, een uit Sri Lanka, een Rus en een Griek) spreekt geen woord Engels. Noordermeer lost het handig op door zijn internationale netwerk aan te spreken: hij belt ITF-collega’s in Myanmar en Rusland die via de telefoon het vertaalwerk doen.
Het verhaal dat ze vertellen is schrijnend: het merendeel van hen is sinds oktober aan boord, maar één van hen al sinds april. Vanaf november verslechterden de omstandigheden: de voorraad gasolie aan boord raakte op en dat betekende dat er geen stroom, verwarming of warm water meer was. Ook kwam er nauwelijks eten meer aan boord.
Wat ook voor Noordermeer bijzonder is, is de rol van de Griek aan boord. Hij is namelijk de zoon van de eigenaar. De man ziet kennelijk geen kans de situatie voor de bemanning te verbeteren, maar lijdt ondertussen net zo hard mee. Zijn verhaal is dat het voornemen nog steeds is om weer een certificaat op het schip te krijgen en dan uit te varen. Maar wat vervolgens de plannen met de 57 jaar oude ijsbreker zijn, blijft een raadsel.
Of er ooit weer een certificaat komt trouwens ook. Volgens een woordvoerder van de Port of Rotterdam zijn de gebreken waardoor de Blue Sky III werd afgekeurd zodanig dat ze niet eenvoudig te verhelpen zijn. En uitvaren zonder de juiste papieren gaat niet lukken. Met de Griekse eigenaar is moeilijk contact te krijgen, zodat ze ook op het havenkantoor geen idee hebben over zijn intenties.
Ondertussen is de situatie aan boord de afgelopen week wel verbeterd. Na een artikel in het Algemeen Dagblad over de schrijnende omstandigheden waaronder de bemanning al meer dan drie maanden leeft kwam er wat beweging in de zaak. Via de vakbond kwam er provisie aan boord en na bemiddeling sloot Dockwise, de werf waar het schip ligt, de walstroom aan. ITF staat borg, zodat Dockwise niet de kans loopt met een torenhoge rekening te blijven zitten.
En wonder boven wonder: begin deze week werd er plotseling 2000 liter gasolie geleverd, kennelijk besteld door de eigenaar. Niet alleen kon de kachel weer aan, ook konden de mannen na vele weken weer eens onder een lekkere warme douche. Met het eten is het nog krap. Noordemeer loopt even naar de provisiekast: ‘Vier zakken aardappelen, uien, wat appelen, preien, wat kool. Het houdt niet over. Voor het ontbijt hebben ze rijst gegeten, dacht ik.’ De levensmiddelen zijn geleverd door het Port Welfare Committee, nadat de situatie door de vakbond was aangemeld.
Gaat het hier nu om een bekende reder die zijn bemanning vaker in de kou laat staan en niet betaalt? ‘Nee, in dit geval niet,’ zegt Noordermeer. ‘We weten weinig van hem. Het is zeker geen grote reder, hij heeft af en toe een schip. Wat zijn bedoeling in dit geval is, is onduidelijk. Wat wel duidelijk is dat onder andere in Myanmar een aantal gezinnen zit te wachten tot de lonen worden overgemaakt. Als we daar naar vragen, zegt de eigenaar dat de banken tegenwerken en geen geld naar Myanmar overmaken door de burgeroorlog daar.’