De provincie Overijssel hoeft nog niet op te treden tegen boeren die koeien in de wei laten lopen. Natuurorganisaties Mobilisation for the Environment (MOB) en vereniging Leefmilieu wilden dat de provincie tegen negen bedrijven zou gaan handhaven, omdat zij zonder vergunning koeien buiten laten lopen en mest uitrijden op hun land.
De Raad van State heeft woensdag echter bepaald dat de zaken bij zes van de negen bedrijven in orde zijn. Bij drie andere bedrijven hapert er misschien wel iets. Overijssel krijgt twaalf weken de tijd om dat nader uit te zoeken, aldus de hoogste bestuursrechter.
Overijssel was de eerste provincie die te maken kreeg met zaken die MOB en Leefmilieu aanspannen. Ze richten zich op provincies die boeren naar hun mening onterecht een natuurvergunning geven. Het gaat om boeren die koeien buiten laten lopen in de buurt van beschermde natuurgebieden, die daardoor met stikstofuitstoot worden belast. Overijssel weigerde te handhaven en dat leidde tot jarenlange procedures. Voor zes bedrijven is met de uitspraak van woensdag nu een einde gekomen aan de dreiging van handhaving.
Omdat de Overijsselse zaken zoveel tijd vergden, heeft de Raad van State in oktober vorig jaar al uitspraak gedaan in een vergelijkbare zaak tegen een veehouder in Baambrugge in Utrecht. De hoogste bestuursrechter bepaalde toen dat de stikstofuitstoot van koeien en mest in de wei weggestreept mag worden tegen emissie in de stal, het zogenoemde intern salderen. Als de totale stikstofuitstoot niet toeneemt mogen provincies een natuurvergunning afgeven. Voorwaarde is dat de koeienwei altijd al de bestemming landbouwgrond had en dus waarschijnlijk altijd is bemest. Met die uitspraak kwam een einde aan drie jaar onduidelijkheid over de stikstofbelasting van koeien in de wei.
De hoogste bestuursrechter volgt woensdag de uitspraak van oktober vorig jaar in de Overijsselse zaken. Maar de provincie moet in drie van de negen zaken toch een nieuw besluit nemen, aldus de Raad van State, omdat het in die zaken niet helemaal onomstotelijk vaststaat of de wet niet overtreden wordt. Als de provincie de vergunning voor die drie bedrijven in stand laat, kunnen MOB en Leefmilieu opnieuw naar de Raad van State stappen om bezwaar te maken.