Een grappig bedoelde, maar volledig verkeerd gevallen toespraak op een bedrijfsfeest heeft een timmerman uit Sliedrecht na een smetteloos dienstverband van 28 jaar zijn baan gekost. De werknemer zei zijn toespraak als 'roast' te hebben bedoeld, maar zijn werkgever kon er niet om lachen.
Vanwege zijn langlopende dienstverband was de timmerman een van de werknemers die tijdens een groot bedrijfsfeest eind januari in het zonnetje werden gezet. Bij die gelegenheid gaf hij voor een gehoor van collega's, de directie en relaties een toespraak, waarin hij het familiebedrijf op een grappig bedoelde manier op de hak nam.
Zo liet hij zich tijdens de toespraak kritisch uit over de gebrekkige communicatie binnen de onderneming en de kosten van een externe advies waarmee vervolgens niets was gedaan.
De directieleden voelden zich verder onheus bejegend door verwijzingen naar hun christelijke geloof en persoonlijke gedrag. Zo zou een van hen 'zo trouw als een loopse teef' zijn geweest.
Een dag later kreeg de timmerman ontslag op staande voet. Een excuusbrief, waarin hij stelde dat hij geen kwaad in de zin had gehad, de speech had bedoeld als 'roast' en juist blij was bij het bedrijf te werken, kon hem niet meer redden.
Daarop stapte de timmerman naar de rechter om zijn baan terug te eisen. Volgens hem was de verkeerd gevallen speech geen reden voor ontslag op staande voet.
Voor de rechtbank Rotterdam in Dordrecht haalde de man deels zijn gelijk. De kantonrechter vindt de meeste passages in de omstreden toespraak niet beledigend, met uitzondering van de opmerking over de loopse teef.
Dat dergelijke uitdrukkingen volgens de timmerman binnen het bedrijf niet ongebruikelijk zouden zijn, vindt de kantonrechter geen rechtvaardiging. "Voor zover dit soort grof taalgebruik gebruikelijk is op de werkvloer […] had hij zich kunnen en moeten realiseren dat het niet gepast is om tijdens een bedrijfsfeest, in aanwezigheid van derden, dit soort uitdrukkingen te gebruiken voor vermeend gedrag van één van de directieleden."
Toch vindt de kantonrechter de belediging geen reden voor een ontslag op staande voet, zeker niet omdat de timmerman 'probeerde grappig te zijn in zijn toespraak, hij al 28 jaar bij het bedrijf werkt, probleemloos functioneerde en juist voor zijn toespraak nog is geprezen door een directielid'.
Maar hoewel de kantonrechter dus een streep zet door het ontslag op staande voet, verliest de timmerman toch zijn baan. Het bedrijf mag de arbeidsovereenkomst ontbinden omdat de verhoudingen zo ernstig zijn verstoord dat de man niet kan terugkeren.
Per 19 juni staat de timmerman daarom op straat. Wel moet zijn werkgever de man tot die tijd zijn salaris doorbetalen, ofwel een periode van 4,5 maand. Ook heeft de ontslagen medewerker recht op een ontslagvergoeding van bijna 34.000 euro.
En omdat het ontslag hem niet te verwijten is, kan de man eventueel toch aanspraak maken op een ww-uitkering. Bij een terecht ontslag op staande voet was dat niet mogelijk geweest.