Een manager van een Amsterdams bouwbedrijf is zijn baan kwijtgeraakt, nadat vier vrouwelijke medewerkers klaagden over seksueel grensoverschrijdend gedrag van zijn kant. Zo zou de man een van hen in haar oorlel hebben gebeten. De man ontkende, en eiste 800.000 euro aan ontslagvergoedingen. Hij krijgt 27.000 euro.
De manager werkte sinds 2020 bij het bouwbedrijf. In februari van dit jaar ontving de afdeling personeelszaken een klacht van een vrouwelijke administratief medewerkster over het gedrag van de man. Daarop werd de manager aangesproken en gewaarschuwd.
Niet veel later ontving de werkgever echter klachten van nog drie andere vrouwelijke werknemers. Daarop schorste het bedrijf de man, en startte een onderzoek.
Alle vier de vrouwen hadden enkele vergelijkbare klachten. Zo zou de manager dicht op hen hebben gestaan, en hebben gesproken over privézaken zoals zijn huwelijksproblemen. Ook zei hij vaak dat hij de directeur goed kende, wat als intimiderend werd ervaren. Drie van de vier vrouwen zeiden dat de man hen ook ongewenst had aangeraakt.
De eerste klaagster vertelde dat de man zijn gezicht eens heel dicht bij het hare had gebracht, en in haar oorlel had gebeten. Een andere vrouw zei dat de man haar met zijn lijf in een hoek had geduwd. Volgens de derde klaagster had de manager haar eens in het kopieerhok vastgepakt, met beide handen in haar zij.
Op basis van de klachten ontsloeg het bedrijf de man op staande voet. Volgens de werkgever waren de verklaringen van de vrouwen in hun samenhang ernstig genoeg om over te gaan tot het ontslag.
De manager ging daarmee echter niet akkoord, en stapte naar de rechter. De man ontkende de vrouwen te hebben aangeraakt, en had een andere uitleg van het oorlel-incident.
Volgens de manager had hij met de vrouw gesproken over haar wens bij het bouwbedrijf te vertrekken. Daarbij had hij haar geadviseerd om eens met de directeur te spreken, die hij goed kende. Uiteindelijk zou hij in haar oor hebben gezucht, als 'uiting van frustratie omdat hij haar alleen maar wilde helpen' en niet wilde dat zij weg zou gaan.
De manager eiste voor de rechter zijn baan niet terug, maar claimde wel een trits flinke ontslagvergoedingen. Naast een reguliere ontslagvergoeding van 12.000 euro, vond de man dat hij recht had op een vergoeding voor onterecht ontslag van zo’n 788.000 euro.
Volgens de man, die pas iets meer dan een jaar in dienst was, was dat bedrag passend omdat hij anders nog tot aan zijn pensioen bij het bouwbedrijf had kunnen blijven werken.
Uit een gisteren openbaar geworden uitspraak blijkt dat de Amsterdamse kantonrechter de manager grotendeels gelijk geeft. De rechter oordeelt dat de werkgever de man niet had mogen ontslaan, zonder beter onderzoek naar de zaak te doen en hem de gelegenheid te geven zijn kant van het verhaal te vertellen.
Omdat de manager de aanrakingen ontkende, zijn die volgens de kantonrechter niet komen vast te staan. De gemeenschappelijke beschuldigingen die de vrouwen uitten, over het dichtbij staan en het spreken over privézaken en zijn band met de directeur rechtvaardigen geen ontslag.
Dat betekent dat het ontslag niet rechtsgeldig is, en dat de man recht heeft op een reguliere ontslagvergoeding, loonbetaling tijdens de opzegtermijn en een extra schadevergoeding voor onterecht ontslag.
De vergoedingen samen vallen wel véél lager uit dan door de man geëist. In plaats van 800.000 euro, kent de kantonrechter de manager zo'n 27.000 euro toe. Daarbij komt nog eens 5000 euro voor opgebouwde vakantietegoeden en bijna 1500 euro aan juridische kosten.
De advocaat van de werknemer was vandaag onbereikbaar voor een toelichting. Daarom is onbekend of hij nog een hoger beroep overweegt. Advocaat Twan Kersten van het bouwbedrijf laat weten dat zijn cliënt wel overweegt om nog in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak. "Maar die beslissing is nog niet genomen."