De overheid heeft een probleem. Een geldprobleem. En hoe gek het ook klinkt, niet omdat er te weinig is, maar omdat het niet lukt om het uit te geven. Vorig jaar bleef er maar liefst 6,2 miljard euro op de plank liggen. En ook dit jaar en in 2024 is onderuitputting een probleem. In dit stuk leggen we je uit wat dat inhoudt en waar het door komt.

Er is sprake van onderuitputting als het de overheid niet lukt om geld dat is begroot uit te geven. Dit is al jaren een probleem, maar het wordt steeds groter. Vorig jaar bleef er in totaal bijna 6,2 miljard euro staan op de bankrekeningen van de ministeries. Dat is bijna drie keer zo veel als in 2020.

Voor de goede orde: het gaat om geld dat klaarstond om ergens aan uit te geven. Bijvoorbeeld aan nieuwe wegen of woningen. Maar wat niet gebouwd wordt, bijvoorbeeld door de stikstofcrisis en een tekort aan bouwmaterialen, kost niks.

En nieuwe raketten en tanks kopen voor het leger is ook lastig, bijvoorbeeld omdat deze naar Oekraïne gaan of omdat andere landen bereid zijn om meer geld neer te tellen voor het aanvullen van hun voorraden. En dan komt er ook geen factuurtje naar Den Haag.

Ook het vinden van verpleegkundigen of leraren is een moeilijke klus door het personeelstekort. En werknemers die je niet hebt als school of ziekenhuis, hoef je geen salarissen te betalen.

Deze oorzaken zijn een-op-een terug te zien bij welke de ministeries het meeste geld op de plank bleef liggen. Dat zijn de ministeries van Binnenlandse Zaken, Defensie en Infrastructuur en Waterstaat.

Bij Binnenlandse Zaken is onder meer bijna 200 miljoen euro níet uitgegeven - op een budget van 300 miljoen - uit de zogeheten Woningbouwimpuls. Het goede nieuws: dat geld mag gewoon alsnog gebruikt worden in de komende jaren.

En hoewel het ministerie van Defensie meer geld uitgaf dan in 2021, bleef er toch veel geld op de bankrekening staan. Een van de oorzaken dat het niet lukte om dit geld uit te geven, was de 'overspannen wapenmarkt' als gevolg van de oorlog in Oekraïne.

De stikstofproblematiek is een van de belangrijkste oorzaken van onderuitputting op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Wegenbouwprojecten aan onder meer de A15, de A12, A27 en de A6 liepen hierdoor vertraging op.

Zelfs als het wel lukt om het geld uit te geven, is dat nog geen garantie voor succes. Zo werd voor 190 miljoen euro aan flexwoningen uitgegeven, maar de meeste daarvan staan nog in de opslag. Gemeenten willen ze namelijk niet hebben.

Een deel hiervan mogen de ministeries meenemen naar het volgende jaar. Dat is om te voorkomen dat het geld dat overblijft wordt opgemaakt aan zaken die maar losjes verband houden met het eigenlijke doel. Dat risico - eindejaarskoorts genoemd - bestaat, omdat volgens de begrotingsregels van de overheid geld dat niet wordt besteed, weer teruggestort moet worden in de schatkist.

Deze zogeheten eindejaarsmarge is 1 procent van het totale budget van een ministerie. Bij fondsen van de overheid waarmee investeringen worden gedaan die niet van de ene op de andere dag geregeld zijn - zoals infrastructuur, legermaterieel of dijkverzwaringen - geldt deze regel niet. Dat geld mag allemaal mee naar het volgende jaar.

De plannen van de overheid komen niet van de grond en dat raakt ook de economie. Het lerarentekort bijvoorbeeld is schadelijk voor het opleidingsniveau van toekomstige generaties. En door vertraagde infraprojecten blijft de kans op files op bepaalde knelpunten net zo groot als nu.

Onderuitputting zegt ook iets over de manier waarop de overheid het huishoudboekje (niet) op orde heeft. De Algemene Rekenkamer, die controleert of de overheid wel goed omspringt met belastinggeld, is al jaren kritisch over onderuitputting.

Op verzoek van de Tweede Kamer krijgt onderuitputting extra aandacht in het verantwoordingsonderzoek dat de onafhankelijke instantie ieder jaar uitvoert naar de financiën van het rijk.

Volgens een groep topambtenaren van het ministerie van Financiën is er een hele andere oorzaak voor het probleem. Er is gewoon te veel geld gepompt in het oplossen van vastgelopen dossiers zoals de toeslagenaffaire, stikstofcrisis en de decentralisatie van de jeugdzorg.

De ambitieuze plannen van de afgelopen kabinetten zijn 'een groot veroorzaker' van de stijgende onderuitputting, concludeert de Studiegroep Begrotingsruimte. "De ambities zijn groter dan de uitvoeringscapaciteit." De ambtenaren adviseren het volgende kabinet om bij het maken van een regeerakkoord zorgvuldig naar de haalbaarbeid van de plannen te kijken, en wat deze voor effect hebben op de arbeidsmarkt.

Het Centraal Planbureau (CPB), dat de overheid op economisch gebied adviseert, verwacht dat onderuitputting volgend jaar nog hoger zal zijn dan dit jaar. Dat is mede te wijten aan de val van het kabinet, waardoor het maken en uitvoeren van veel plannen stil is komen te liggen.