Vanaf 1 januari 2024 worden wegwerpbekertjes met plastic erin verbannen van de werkvloer. Dat moet ook het einde betekenen van de papieren koffiebekertjes, want daar zit een laagje plastic in aan de binnenkant. Maar een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat het verbod toch niet gaat gelden voor deze bekers.
Dat bleek tijdens een nachtelijke stemming in de Tweede Kamer over talloze moties. Het laatste wapenfeit van deze Kamer voor het verkiezingsreces.
Het verbod op wegwerpbekertjes geldt in principe voor alle bekertjes waarin plastic is verwerkt. Bij nader inzien vindt de Kamer dat te bont. 82 leden stemden in met een VVD-motie om papieren bekertjes, onder voorwaarden, toch nog toe te staan.
Als ze maximaal voor 5 procent uit kunststof bestaan en 100 procent gerecycled kunnen worden, moeten de bekertjes ook na 1 januari nog worden toegestaan. De motie roept het kabinet daarnaast op om niet te handhaven op overtredingen totdat de regels formeel zijn aangepast.
Het demissionaire kabinet voelt er overigens niets voor, en is ook niet verplicht om de motie van VVD-Kamerlid Erik Haverkort uit te voeren.
“Het voorstel van meneer Haverkort klinkt misschien als een kleine technische aanpassing, maar het gaat er in de praktijk op neerkomen dat heel veel bekers en bakjes onder die uitzondering komen te vallen”, aldus verantwoordelijk staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat. “Dat betekent ook dat we massaal bekers en bakjes met plastic erin zullen blijven gebruiken.”
Opmerkelijk genoeg is het al de tweede keer in evenzoveel weken dat de Tweede Kamer terug wil komen op plasticwetgeving.
Twee weken geleden eiste een meerderheid van de Kamer ook al dat het verbod op het verstrekken van gratis maaltijdverpakkingen, zoals frietbakjes, weer moet verdwijnen. Die wet is pas drie maanden van kracht.
De kans dat het demissionaire kabinet de moties uitvoert is klein. Het kan immers niet meer weggestuurd worden, aangezien het toch al is gevallen.